Sluiten — Nederlandse Spaans vertaling39 vertalingen gevonden

sluiten (n) (n) (Aktie) cierre (m) (n) (Aktie)
sluiten (n) (v) (bedrijf) liquidar (v) (bedrijf)
sluiten (n) (v) (fabriek) liquidar (v) (fabriek)
sluiten (n) (v) (fabriek) cerrar (v) (fabriek)
sluiten (n) (v) (vergadering) acabar (v) (vergadering)
sluiten (n) (v) (vergadering) dar por terminado (v) (vergadering)
sluiten (n) (v) (subject) terminar (v) (subject)
sluiten (n) (v) (vergadering) concluir (v) (vergadering)
sluiten (n) (v) (fabriek) cerrarse (v) (fabriek)
sluiten (n) (v) (deur) cerrar con llave (v) (deur)
sluiten (n) (v) (fabriek) dar por terminado (v) (fabriek)
sluiten (n) (v) (overeenkomst) concluir (v) (overeenkomst)
sluiten (n) (v) (deur) terminar (v) (deur)
sluiten (n) (v) (subject) cerrarse (v) (subject)
sluiten (n) (v) (deur) cerrarse (v) (deur)
sluiten (n) (v) (fabriek) acabar (v) (fabriek)
sluiten (n) (v) (deur) dar por terminado (v) (deur)
sluiten (n) (v) (vergadering) terminar (v) (vergadering)
sluiten (n) (v) (subject) liquidar (v) (subject)
sluiten (n) (v) (vergadering) cerrarse (v) (vergadering)
sluiten (n) (v) (subject) cerrar (v) (subject)
sluiten (n) (v) (deur) acabar (v) (deur)
sluiten (n) (v) (contract) concluir (v) (contract)
sluiten (n) (v) (fabriek) terminar (v) (fabriek)
sluiten (n) (v) (fabriek) cerrar con llave (v) (fabriek)
sluiten (n) (v) (subject) cerrar con llave (v) (subject)
sluiten (n) (v) (bedrijf) acabar (v) (bedrijf)
sluiten (n) (v) (overeenkomst) finiquitar (v) (overeenkomst)
sluiten (n) (v) (deur) liquidar (v) (deur)
sluiten (n) (v) (vergadering) liquidar (v) (vergadering)
sluiten (n) (v) (deur) concluir (v) (deur)
sluiten (n) (v) (vergadering) cerrar (v) (vergadering)
sluiten (n) (v) (subject) acabar (v) (subject)
sluiten (n) (v) (subject) concluir (v) (subject)
sluiten (n) (v) (bedrijf) terminar (v) (bedrijf)
sluiten (n) (v) (fabriek) concluir (v) (fabriek)
sluiten (n) (v) (vergadering) cerrar con llave (v) (vergadering)
sluiten (n) (v) (deur) cerrar (v) (deur)
sluiten (n) (v) (subject) dar por terminado (v) (subject)
Sluiten Voorbeelden13 voorbeelden gevonden
elkaar in de armen sluiten abrazarse
een compromis sluiten llegar a un arreglo
een contract sluiten contratar
een overeenkomst sluiten contratar
goed sluiten asegurar
goed sluiten afianzar
in de armen sluiten envolver en sus brazos
in zich sluiten traer consigo
in zich sluiten ocasionar
in zich sluiten acarrear
weer sluiten volver a cerrar
weer sluiten cerrar de nuevo
zich weer aansluiten reincorporarse
Vertalen Sluiten in andere talen
— Vertalen sluiten in Engels
— Vertalen sluiten in Duits
— Vertalen sluiten in Frans
— Vertalen sluiten in Italiaans
— Vertalen sluiten in Portugees
— Vertalen sluiten in Sloveens
— Vertalen sluiten in Pools
— Vertalen sluiten in Tsjechisch
Meertalige online vertaler Kies een woordenboek: Engels Frans Duits Italiaans Spaans Portugees Nederlandse Sloveens Pools Tsjechisch 2024 langdb.com | Page load 0.1307 s. Gebruiksvoorwaarden Privacybeleid Contacten