Sluiten — vertaling Nederlandse Duits. Vertalen Sluiten in Duits

sluiten (n) (n) (Aktie)	schließen (n) (n) (Aktie)
sluiten (n) (n) (Aktie)	Schließung (f) (n) (Aktie)
sluiten (n) (v) (fabriek)	schließen (v) (fabriek)
sluiten (n) (v) (deur)	schließen (v) (deur)
sluiten (n) (v) (fabriek)	zumachen (v) (fabriek)
gesloten sluit sluiten sloten sloot	zugemacht machen zu machst zu machten zu machtest zu mach(e) zu
sluiten (n) (v) (bedrijf)	liquidieren (v) (bedrijf)
gesloten sluit sluiten sloten sloot	liquidiert liquidieren liquidierst liquidierten liquidiertest liquidiere
sluiten (n) (v) (overeenkomst)	zum Abschluss bringen (v) (overeenkomst)
sluiten (n) (v) (contract)	tätigen (v) (contract)
sluiten (n) (v) (vergadering)	abwickeln (v) (vergadering)
gesloten sluit sluiten sloten sloot	abgewickelt wickelst ab wickeln ab wickelten ab wickeltest ab wickle ab
sluiten (n) (v) (bedrijf)	stilllegen (v) (bedrijf)
gesloten sluit sluiten sloten sloot	stillgelegt legen still legst still legten still legtest still lege still
sluiten (n) (v) (vergadering)	schließen (v) (vergadering)
sluiten (n) (v) (subject)	schließen (v) (subject)

Sluiten Voorbeelden8 voorbeelden gevonden

Vertalen Sluiten in andere talen

Sluiten — Nederlandse Duits vertaling12 vertalingen gevonden