Ophouden — Nederlandse Spaans vertaling43 vertalingen gevonden

ophouden (n) (n) (activiteit) cesación (f) (n) (activiteit)
ophouden (n) (n) (activiteit) suspensión (f) (n) (activiteit)
ophouden (n) (n) (activiteit) fin (m) (n) (activiteit)
ophouden (n) (n) (activiteit) término (m) (n) (activiteit)
ophouden (n) (n) (activiteit) cese (m) (n) (activiteit)
ophouden (n) (n) (activiteit) terminación (f) (n) (activiteit)
ophouden (n) (v) (activiteit) dejar de (v) (activiteit)
ophouden (n) (v) (verkeer) obstruir (v) (verkeer)
ophouden (n) (v) (beëindiging) bloquear (v) (beëindiging)
ophouden (n) (v) (activiteit) retardar (v) (activiteit)
ophouden (n) (v) (activiteit) retrasar (v) (activiteit)
ophouden (n) (v) (verkeer) parar (v) (verkeer)
ophouden (n) (v) (activiteit) dejar (v) (activiteit)
ophouden (n) (v) (verkeer) retardar (v) (verkeer)
ophouden (n) (v) (verkeer) refrenar (v) (verkeer)
ophouden (n) (v) (tijd) postergar (v) (tijd)
ophouden (n) (v) (beëindiging) parar (v) (beëindiging)
ophouden (n) (v) (tijd) aplazar (v) (tijd)
ophouden (n) (v) (activiteit) retener (v) (activiteit)
ophouden (n) (v) (tijd) retener (v) (tijd)
ophouden (n) (v) (beëindiging) retrasar (v) (beëindiging)
ophouden (n) (v) (activiteit) parar (v) (activiteit)
ophouden (n) (v) (tijd) dilatar (v) (tijd)
ophouden (n) (v) (activiteit) acabar (v) (activiteit)
ophouden (n) (v) (activiteit) refrenar (v) (activiteit)
ophouden (n) (v) (activiteit) terminar (v) (activiteit)
ophouden (n) (v) (beëindiging) refrenar (v) (beëindiging)
ophouden (n) (v) (tijd) posponer (v) (tijd)
ophouden (n) (v) (verkeer) bloquear (v) (verkeer)
ophouden (n) (v) (beëindiging) retener (v) (beëindiging)
ophouden (n) (v) (verkeer) retener (v) (verkeer)
ophouden (n) (v) (tijd) retrasar (v) (tijd)
ophouden (n) (v) (activiteit) detener (v) (activiteit)
ophouden (n) (v) (activiteit) cesar (v) (activiteit)
ophouden (n) (v) (tijd) diferir (v) (tijd)
ophouden (n) (v) (activiteit) bloquear (v) (activiteit)
ophouden (n) (v) (beëindiging) retardar (v) (beëindiging)
ophouden (n) (v) (verkeer) retrasar (v) (verkeer)
ophouden (n) (v) (tijd) parar (v) (tijd)
ophouden (n) (v) (tijd) bloquear (v) (tijd)
ophouden (n) (v) (tijd) retardar (v) (tijd)
ophouden (n) (v) (tijd) refrenar (v) (tijd)
ophouden (n) (v) (activiteit) suspender (v) (activiteit)
Ophouden Voorbeelden11 voorbeelden gevonden
ermee ophouden renunciar a
ermee ophouden dejar estar
ermee ophouden dejar de trabajar
ermee ophouden dejar
ermee ophouden abandonar
niet ophouden over seguir insistiendo
niet ophouden over seguir con la misma canción
ophouden met dejar de
ophouden te bestaan perecer
ophouden te bestaan desaparecer
ophouden te bestaan dejar de existir
Vertalen Ophouden in andere talen
Vertalen ophouden in Engels
Vertalen ophouden in Duits
Vertalen ophouden in Frans
Vertalen ophouden in Italiaans
Vertalen ophouden in Portugees
Vertalen ophouden in Sloveens
Vertalen ophouden in Pools
Vertalen ophouden in Tsjechisch