Vastleggen — Nederlandse Duits vertaling7 vertalingen gevonden

vastleggen (v) (tijd) festlegen (v) (tijd)
vastleggen (v) (hond) festbinden (v) (hond)
vastleggen (v) (algemeen) festsetzen (v) (algemeen)
vastleggen (v) (Geld) fest anlegen (v) (Geld)
vastleggen (v) (overeenkomst) festsetzen (v) (overeenkomst)
vastleggen (v) (tijd) festsetzen (v) (tijd)
vastleggen (v) (overeenkomst) festlegen (v) (overeenkomst)
Vastleggen Voorbeelden3 voorbeelden gevonden
vooraf vastleggen vorher absprechen
vooraf vastleggen vorher verabreden
vooraf vastleggen vorher ausmachen
Vertalen Vastleggen in andere talen
Vertalen vastleggen in Engels
Vertalen vastleggen in Frans
Vertalen vastleggen in Italiaans
Vertalen vastleggen in Spaans
Vertalen vastleggen in Portugees
Vertalen vastleggen in Sloveens
Vertalen vastleggen in Pools
Vertalen vastleggen in Tsjechisch