Vastklemmen — Nederlandse Duits vertaling11 vertalingen gevonden

vastklemmen (n) (n) (klampen) anheften (n) (n) (klampen)
vastklemmen (n) (n) (klampen) Festklammern (n) (n) (klampen)
vastklemmen (n) (n) (klampen) Anklammern (n) (n) (klampen)
vastklemmen (n) (v) (vastgrijpen) festhalten (v) (vastgrijpen)
vastklemmen (n) (v) (algemeen) Klammern (v) (algemeen)
vastklemmen (n) (v) (timmerwerk) einspannen (v) (timmerwerk)
vastklemmen (n) (v) (timmerwerk) klemmen (v) (timmerwerk)
vastklemmen (n) (v) (vastgrijpen) erfassen (v) (vastgrijpen)
vastklemmen (n) (v) (vastgrijpen) greifen (v) (vastgrijpen)
vastklemmen (n) (v) (Gewicht) einklemmen (v) (Gewicht)
vastklemmen (n) (v) (Gewicht) einquetschen (v) (Gewicht)
Vertalen Vastklemmen in andere talen
Vertalen vastklemmen in Engels
Vertalen vastklemmen in Frans
Vertalen vastklemmen in Italiaans
Vertalen vastklemmen in Spaans
Vertalen vastklemmen in Portugees
Vertalen vastklemmen in Sloveens
Vertalen vastklemmen in Pools
Vertalen vastklemmen in Tsjechisch