Vanzelfsprekend — Nederlandse Duits vertaling14 vertalingen gevonden

vanzelfsprekend (a) (axiomatisch) axiomatisch (a) (axiomatisch)
vanzelfsprekend (a) (axiomatisch) aphoristisch (a) (axiomatisch)
vanzelfsprekend (a) selbstverständlich (a)
vanzelfsprekend (a) (logisch) offensichtlich (a) (logisch)
vanzelfsprekend (a) (axiomatisch) offensichtlich (a) (axiomatisch)
vanzelfsprekend (a) (logisch) logisch (a) (logisch)
vanzelfsprekend (a) (axiomatisch) klar (a) (axiomatisch)
vanzelfsprekend (a) natürlich (a)
vanzelfsprekend (a) gewiss (a)
vanzelfsprekend (o) (overtuiging) selbstverständlich (o) (overtuiging)
vanzelfsprekend (o) (overtuiging) zweifellos (o) (overtuiging)
vanzelfsprekend (o) (overtuiging) bestimmt (o) (overtuiging)
vanzelfsprekend (o) (overtuiging) ganz gewiss (o) (overtuiging)
vanzelfsprekend (o) (overtuiging) sicher (o) (overtuiging)
Vanzelfsprekend Voorbeelden3 voorbeelden gevonden
vanzelfsprekend zijn für sich selbst sprechen
vanzelfsprekend zijn auf der Hand liegen
vanzelfsprekend zijn selbstverständlich sein
Vertalen Vanzelfsprekend in andere talen
Vertalen vanzelfsprekend in Engels
Vertalen vanzelfsprekend in Frans
Vertalen vanzelfsprekend in Italiaans
Vertalen vanzelfsprekend in Spaans
Vertalen vanzelfsprekend in Portugees
Vertalen vanzelfsprekend in Sloveens
Vertalen vanzelfsprekend in Pools
Vertalen vanzelfsprekend in Tsjechisch