Gebruik — Nederlandse Duits vertaling19 vertalingen gevonden

gebruik (n) (n) (gewoonte) Gewohnheit (f) (n) (gewoonte)
gebruik (n) (n) (gewoonte) Brauch (m) (n) (gewoonte)
gebruik (n) (n) (algemeen) Brauch (m) (n) (algemeen)
gebruik (n) (n) (toepassing) Gebrauch (m) (n) (toepassing)
gebruik (n) (n) (manier van gebruik) Benutzung (f) (n) (manier van gebruik)
gebruik (n) (n) (werktuigen) Gebrauch (m) (n) (werktuigen)
gebruik (n) (n) Gebrauch (m) (n)
gebruik (n) (n) (algemeen) Sitte (f) (n) (algemeen)
gebruik (n) (n) (toepassing) Benutzung (f) (n) (toepassing)
gebruik (n) (n) (rechten) Nießbrauch (m) (n) (rechten)
gebruik (n) (n) (werktuigen) Handhabung (f) (n) (werktuigen)
gebruik (n) (n) (gewoonte) Angewohnheit (f) (n) (gewoonte)
gebruik (n) (n) (algemeen) Anwendung (f) (n) (algemeen)
gebruik (n) (n) (toepassing) Verwendung (f) (n) (toepassing)
gebruik (n) (n) (toepassing) Anwendung (f) (n) (toepassing)
gebruik (n) (n) (rechten) Genuss (m) (n) (rechten)
gebruik (n) (n) (gewoonte) Sitte (f) (n) (gewoonte)
gebruik (n) (n) (manier van gebruik) Gebrauch (m) (n) (manier van gebruik)
gebruik (n) (n) (algemeen) Gebrauch (m) (n) (algemeen)
Gebruik Voorbeelden6 voorbeelden gevonden
gebruik maken van ausnutzen
gebruik maken van sich zu Nutze machen
gebruik maken van anwenden
privé-gebruik persönlicher Gebrauch
privé-gebruik Eigengebrauch
privé-gebruik Privatgebrauch
Vertalen Gebruik in andere talen
Vertalen gebruik in Engels
Vertalen gebruik in Frans
Vertalen gebruik in Italiaans
Vertalen gebruik in Spaans
Vertalen gebruik in Portugees
Vertalen gebruik in Sloveens
Vertalen gebruik in Pools
Vertalen gebruik in Tsjechisch