en
es
pt
nl
de
fr
it
sv
pl
cs
lang
db
Eigen
— Nederlandse Duits vertaling
1 vertaling
eigen
(a)
(determinator)
eigen
(a)
(determinator)
Eigen
Voorbeelden
10 voorbeelden gevonden
eigen roem
Eigenlob
eigen vuur
Friendly Fire
handelen naar eigen goeddunken
nach eigenem Gutdünken handeln
handelen naar eigen goeddunken
nach eigenem Ermessen handeln
in eigen behoefte voorziend
Selbstversorger-
met eigen aandrijving
mit Selbstantrieb
op iemands eigen hoofd neerkomen
sich selbst schaden
zich eigen maken
Auffangen
zich eigen maken
vertraut machen mit
zich met zijn eigen zaken bemoeien
sich um seine eigenen Sachen kümmern
Vertalen
Eigen
in andere talen
—
Vertalen eigen in Engels
—
Vertalen eigen in Frans
—
Vertalen eigen in Italiaans
—
Vertalen eigen in Spaans
—
Vertalen eigen in Portugees
—
Vertalen eigen in Sloveens
—
Vertalen eigen in Pools
—
Vertalen eigen in Tsjechisch