Veroorzaken — Nederlandse Sloveens vertaling54 vertalingen gevonden

veroorzaken (v) (ramp) orsaka (v) (ramp)
veroorzaken (v) (moeilijkheden) vålla (v) (moeilijkheden)
veroorzaken (v) (reactie) provocera (v) (reactie)
veroorzaken (v) (oorzaak) förorsaka (v) (oorzaak)
veroorzaken (v) (reactie) framkalla (v) (reactie)
veroorzaken (v) (moeilijkheden) förorsaka (v) (moeilijkheden)
veroorzaken (v) (teweegbrengen) sätta igång (v) (teweegbrengen)
veroorzaken (v) (moeilijkheden) anstifta (v) (moeilijkheden)
veroorzaken (v) (moeilijkheden) orsaka (v) (moeilijkheden)
veroorzaken (v) (teweegbrengen) orsaka (v) (teweegbrengen)
veroorzaken (v) (algemeen) vålla (v) (algemeen)
veroorzaken (v) (oorzaak) framkalla (v) (oorzaak)
veroorzaken (v) (ramp) frambringa (v) (ramp)
veroorzaken (v) (teweegbrengen) provocera (v) (teweegbrengen)
veroorzaken (v) (opstand) anstifta (v) (opstand)
veroorzaken (v) (teweegbrengen) frambringa (v) (teweegbrengen)
veroorzaken (v) (oorzaak) vålla (v) (oorzaak)
veroorzaken (v) (oorzaak) utlösa (v) (oorzaak)
veroorzaken (v) (ramp) förorsaka (v) (ramp)
veroorzaken (v) (opstand) framkalla (v) (opstand)
veroorzaken (v) (moeilijkheden) frambringa (v) (moeilijkheden)
veroorzaken (v) (schade) anstifta (v) (schade)
veroorzaken (v) (moeilijkheden) sätta igång (v) (moeilijkheden)
veroorzaken (v) (algemeen) orsaka (v) (algemeen)
veroorzaken (v) (schade) orsaka (v) (schade)
veroorzaken (v) (ramp) vålla (v) (ramp)
veroorzaken (v) (schade) framkalla (v) (schade)
veroorzaken (v) (schade) förorsaka (v) (schade)
veroorzaken (v) (oorzaak) provocera (v) (oorzaak)
veroorzaken (v) (ramp) sätta igång (v) (ramp)
veroorzaken (v) (teweegbrengen) förorsaka (v) (teweegbrengen)
veroorzaken (v) (schade) vålla (v) (schade)
veroorzaken (v) (oorzaak) frambringa (v) (oorzaak)
veroorzaken (v) (teweegbrengen) framkalla (v) (teweegbrengen)
veroorzaken (v) (algemeen) framkalla (v) (algemeen)
veroorzaken (v) (algemeen) förorsaka (v) (algemeen)
veroorzaken (v) (ramp) anstifta (v) (ramp)
veroorzaken (v) (algemeen) sätta igång (v) (algemeen)
veroorzaken (v) (teweegbrengen) vålla (v) (teweegbrengen)
veroorzaken (v) (oorzaak) orsaka (v) (oorzaak)
veroorzaken (v) (opstand) vålla (v) (opstand)
veroorzaken (v) (ramp) provocera (v) (ramp)
veroorzaken (v) (schade) frambringa (v) (schade)
veroorzaken (v) (ramp) framkalla (v) (ramp)
veroorzaken (v) (opstand) frambringa (v) (opstand)
veroorzaken (v) (teweegbrengen) anstifta (v) (teweegbrengen)
veroorzaken (v) (opstand) sätta igång (v) (opstand)
veroorzaken (v) (opstand) orsaka (v) (opstand)
veroorzaken (v) (algemeen) frambringa (v) (algemeen)
veroorzaken (v) (reactie) utlösa (v) (reactie)
veroorzaken (v) (moeilijkheden) framkalla (v) (moeilijkheden)
veroorzaken (v) (opstand) förorsaka (v) (opstand)
veroorzaken (v) (schade) sätta igång (v) (schade)
veroorzaken (v) (algemeen) anstifta (v) (algemeen)
Veroorzaken Voorbeelden5 voorbeelden gevonden
een breuk veroorzaken tussen splittra
kortsluiting veroorzaken orsaka kortslutning i
kortsluiting veroorzaken kortsluta
reflatie veroorzaken förorsaka reflation
verdriet veroorzaken bedröva
Vertalen Veroorzaken in andere talen
Vertalen veroorzaken in Engels
Vertalen veroorzaken in Duits
Vertalen veroorzaken in Frans
Vertalen veroorzaken in Italiaans
Vertalen veroorzaken in Spaans
Vertalen veroorzaken in Portugees
Vertalen veroorzaken in Pools
Vertalen veroorzaken in Tsjechisch