vaststellen (v) (oorzaak) | konstatera (v) (oorzaak) |
vaststellen (v) (oorzaak) | fastställa (v) (oorzaak) |
vaststellen (v) (tijd) | fastställa (v) (tijd) |
vaststellen (v) (zin) | beräkna (v) (zin) |
vaststellen (v) (belastingen) | bedöma (v) (belastingen) |
vaststellen (v) (positie) | konstatera (v) (positie) |
vaststellen (v) (waarheid) | konstatera (v) (waarheid) |
vaststellen (v) (belastingen) | värdera (v) (belastingen) |
vaststellen (v) (belastingen) | uppskatta (v) (belastingen) |
vaststellen (v) (waarheid) | beräkna (v) (waarheid) |
vaststellen (v) (tijd) | bestämma (v) (tijd) |
vaststellen (v) (probleem) | konstatera (v) (probleem) |
vaststellen (v) (positie) | fastställa (v) (positie) |
vaststellen (v) (probleem) | beräkna (v) (probleem) |
vaststellen (v) (waarheid) | fastställa (v) (waarheid) |
vaststellen (v) (positie) | beräkna (v) (positie) |
vaststellen (v) (algemeen) | konstatera (v) (algemeen) |
vaststellen (v) (algemeen) | fastställa (v) (algemeen) |
vaststellen (v) (probleem) | fastställa (v) (probleem) |
vaststellen (v) (oorzaak) | beräkna (v) (oorzaak) |
vaststellen (v) (algemeen) | beräkna (v) (algemeen) |
vaststellen (v) (zin) | fastställa (v) (zin) |
vaststellen (v) (zin) | konstatera (v) (zin) |
de plaats vaststellen van | lokalisera |
de prijs vaststellen van | fastställa priset på |
de prijs vaststellen van | prissätta |