tegenwoordig
(a)
(huidig)
|
aktuell
(a)
(huidig)
|
|
tegenwoordig
(a)
(huidig)
|
nu gällande
(a)
(huidig)
|
|
tegenwoordig
(a)
(huidig)
|
nuvarande
(a)
(huidig)
|
|
tegenwoordig
(o)
(tijd)
|
för tillfället
(o)
(tijd)
|
|
tegenwoordig
(o)
(tijd)
|
för närvarande
(o)
(tijd)
|
|
tegenwoordig
(o)
(tijd)
|
ögonblicklig
(o)
(tijd)
|
|
tegenwoordig
(o)
(tijd)
|
just nu
(o)
(tijd)
|
|
tegenwoordig
(o)
(tijd)
|
provisoriskt
(o)
(tijd)
|
|
tegenwoordig
(o)
(tijd)
|
idag
(o)
(tijd)
|
|
tegenwoordig
(o)
(tijd)
|
för ögonblicket
(o)
(tijd)
|
|
tegenwoordig
(o)
(tijd)
|
tills vidare
(o)
(tijd)
|
|
tegenwoordig
(o)
(tijd)
|
omedelbar
(o)
(tijd)
|
|
tegenwoordig
(o)
(tijd)
|
nuförtiden
(o)
(tijd)
|
Tegenwoordig Voorbeelden1 Bijvoorbeeld gevonden
|
tegenwoordig deelwoord
|
presens particip
|
Vertalen Tegenwoordig in andere talen
