tegenwoordig (a) (huidig) | presente (f) (a) (huidig) |
tegenwoordig (a) (huidig) | actual (a) (huidig) |
tegenwoordig (o) (tijd) | hoy en día (o) (tijd) |
tegenwoordig (o) (tijd) | en este momento (o) (tijd) |
tegenwoordig (o) (tijd) | hoy (o) (tijd) |
tegenwoordig (o) (tijd) | hoy día (o) (tijd) |
tegenwoordig (o) (tijd) | ahora (o) (tijd) |
tegenwoordig (o) (tijd) | instantáneo (o) (tijd) |
tegenwoordig (o) (tijd) | por ahora (o) (tijd) |
tegenwoordig (o) (tijd) | actualmente (o) (tijd) |
tegenwoordig (o) (tijd) | provisionalmente (o) (tijd) |
tegenwoordig (o) (tijd) | inmediato (o) (tijd) |
tegenwoordig (o) (tijd) | en la actualidad (o) (tijd) |
tegenwoordig (o) (tijd) | transitoriamente (o) (tijd) |
tegenwoordig deelwoord | participio presente |