Levendig — Nederlandse Sloveens vertaling75 vertalingen gevonden

levendig (a) (beschrijving) livlig (a) (beschrijving)
levendig (a) (kleur) glad (a) (kleur)
levendig (a) (beschrijving) sprallig (a) (beschrijving)
levendig (a) (kleur) käck (a) (kleur)
levendig (a) (fysische conditie) glad (a) (fysische conditie)
levendig (a) (fysische conditie) frisk och kry (a) (fysische conditie)
levendig (a) (algemeen) livfull (a) (algemeen)
levendig (a) (gedrag) pigg (a) (gedrag)
levendig (a) (gedrag) hurtig (a) (gedrag)
levendig (a) (gedrag) frisk och kry (a) (gedrag)
levendig (a) (persoon) livad (a) (persoon)
levendig (a) (algemeen) snabb (a) (algemeen)
levendig (a) (gedrag) yster (a) (gedrag)
levendig (a) (baby) stor och kraftig (a) (baby)
levendig (a) (fysische conditie) sprallig (a) (fysische conditie)
levendig (a) (fysische conditie) hurtig (a) (fysische conditie)
levendig (a) (kleur) pigg (a) (kleur)
levendig (a) (beschrijving) livfull (a) (beschrijving)
levendig (a) (algemeen) livad (a) (algemeen)
levendig (a) (gedrag) glad (a) (gedrag)
levendig (a) (baby) frisk (a) (baby)
levendig (a) (fysische conditie) yster (a) (fysische conditie)
levendig (a) (gedrag) uppsluppen (a) (gedrag)
levendig (a) (algemeen) yster (a) (algemeen)
levendig (a) (algemeen) käck (a) (algemeen)
levendig (a) (persoon) uppsluppen (a) (persoon)
levendig (a) (persoon) sprallig (a) (persoon)
levendig (a) (persoon) livfull (a) (persoon)
levendig (a) (persoon) pigg (a) (persoon)
levendig (a) (fysische conditie) livfull (a) (fysische conditie)
levendig (a) (kleur) ljus (n) (a) (kleur)
levendig (a) (kleur) livad (a) (kleur)
levendig (a) (feestje) livligt (a) (feestje)
levendig (a) (fysische conditie) livlig (a) (fysische conditie)
levendig (a) (algemeen) glad (a) (algemeen)
levendig (a) (gedrag) livad (a) (gedrag)
levendig (a) (persoon) hurtig (a) (persoon)
levendig (a) (plaats) livlig (a) (plaats)
levendig (a) (persoon) livlig (a) (persoon)
levendig (a) (beschrijving) livad (a) (beschrijving)
levendig (a) (feestje) svängande (a) (feestje)
levendig (a) (algemeen) frisk (a) (algemeen)
levendig (a) (algemeen) livlig (a) (algemeen)
levendig (a) (persoon) livligt (a) (persoon)
levendig (a) (beschrijving) yster (a) (beschrijving)
levendig (a) (beschrijving) käck (a) (beschrijving)
levendig (a) (fysische conditie) uppsluppen (a) (fysische conditie)
levendig (a) (gedrag) sprallig (a) (gedrag)
levendig (a) (gedrag) livfull (a) (gedrag)
levendig (a) (beschrijving) pigg (a) (beschrijving)
levendig (a) (kleur) livfull (a) (kleur)
levendig (a) (gedrag) munter (a) (gedrag)
levendig (a) (fysische conditie) munter (a) (fysische conditie)
levendig (a) (persoon) svängande (a) (persoon)
levendig (a) (persoon) yster (a) (persoon)
levendig (a) (baby) frodig (a) (baby)
levendig (a) (algemeen) sprallig (a) (algemeen)
levendig (a) (persoon) käck (a) (persoon)
levendig (a) (kleur) livlig (a) (kleur)
levendig (a) (gedrag) livlig (a) (gedrag)
levendig (a) (fysische conditie) livad (a) (fysische conditie)
levendig (a) (kleur) klar (a) (kleur)
levendig (a) (persoon) frisk och kry (a) (persoon)
levendig (a) (kleur) yster (a) (kleur)
levendig (a) (algemeen) rask (a) (algemeen)
levendig (a) (feestje) livlig (a) (feestje)
levendig (a) (fysische conditie) käck (a) (fysische conditie)
levendig (a) (beschrijving) glad (a) (beschrijving)
levendig (a) (kleur) sprallig (a) (kleur)
levendig (a) (gedrag) käck (a) (gedrag)
levendig (a) (fysische conditie) pigg (a) (fysische conditie)
levendig (a) (feestje) livfull (a) (feestje)
levendig (a) (algemeen) pigg (a) (algemeen)
levendig (a) (persoon) glad (a) (persoon)
levendig (a) (persoon) munter (a) (persoon)
Vertalen Levendig in andere talen
Vertalen levendig in Engels
Vertalen levendig in Duits
Vertalen levendig in Frans
Vertalen levendig in Italiaans
Vertalen levendig in Spaans
Vertalen levendig in Portugees
Vertalen levendig in Pools
Vertalen levendig in Tsjechisch