Levendig — Nederlandse Frans vertaling85 vertalingen gevonden

levendig (a) (algemeen) animé (a) (algemeen)
levendig (a) (kleur) actif (m) (a) (kleur)
levendig (a) (persoon) fougueux (a) (persoon)
levendig (a) (fysische conditie) gai (a) (fysische conditie)
levendig (a) (feestje) plein d'allant (a) (feestje)
levendig (a) (kleur) animé (a) (kleur)
levendig (a) (fysische conditie) gaillard (a) (fysische conditie)
levendig (a) (feestje) plein d'entrain (a) (feestje)
levendig (a) (beschrijving) vivant (m) (a) (beschrijving)
levendig (a) (gedrag) gaillard (a) (gedrag)
levendig (a) (kleur) plein d'entrain (a) (kleur)
levendig (a) (fysische conditie) folâtre (a) (fysische conditie)
levendig (a) (beschrijving) actif (m) (a) (beschrijving)
levendig (a) (persoon) en pleine santé (a) (persoon)
levendig (a) (gedrag) vif (a) (gedrag)
levendig (a) (persoon) plein de vie (a) (persoon)
levendig (a) (kleur) lumineux (a) (kleur)
levendig (a) (fysische conditie) joyeux (a) (fysische conditie)
levendig (a) (persoon) plein d'allant (a) (persoon)
levendig (a) (gedrag) animé (a) (gedrag)
levendig (a) (gedrag) vivant (m) (a) (gedrag)
levendig (a) (beschrijving) plein d'entrain (a) (beschrijving)
levendig (a) (persoon) animé (a) (persoon)
levendig (a) (algemeen) actif (m) (a) (algemeen)
levendig (a) (persoon) folâtre (a) (persoon)
levendig (a) (persoon) actif (m) (a) (persoon)
levendig (a) (gedrag) en pleine santé (a) (gedrag)
levendig (a) (algemeen) vif (a) (algemeen)
levendig (a) (kleur) clair (a) (kleur)
levendig (a) (gedrag) d'humeur gaie (a) (gedrag)
levendig (a) (feestje) vif (a) (feestje)
levendig (a) (algemeen) plein d'entrain (a) (algemeen)
levendig (a) (fysische conditie) robuste (a) (fysische conditie)
levendig (a) (algemeen) à vive allure (a) (algemeen)
levendig (a) (gedrag) plein d'entrain (a) (gedrag)
levendig (a) (algemeen) folâtre (a) (algemeen)
levendig (a) (fysische conditie) enjoué (a) (fysische conditie)
levendig (a) (algemeen) enjoué (a) (algemeen)
levendig (a) (kleur) vivant (m) (a) (kleur)
levendig (a) (gedrag) plein de vie (a) (gedrag)
levendig (a) (feestje) enjoué (a) (feestje)
levendig (a) (persoon) joyeux (a) (persoon)
levendig (a) (algemeen) plein d'allant (a) (algemeen)
levendig (a) (fysische conditie) animé (a) (fysische conditie)
levendig (a) (gedrag) robuste (a) (gedrag)
levendig (a) (persoon) fringant (a) (persoon)
levendig (a) (gedrag) folâtre (a) (gedrag)
levendig (a) (kleur) plein d'allant (a) (kleur)
levendig (a) (beschrijving) animé (a) (beschrijving)
levendig (a) (gedrag) actif (m) (a) (gedrag)
levendig (a) (gedrag) plein d'allant (a) (gedrag)
levendig (a) (beschrijving) vif (a) (beschrijving)
levendig (a) (fysische conditie) plein de vie (a) (fysische conditie)
levendig (a) (gedrag) joyeux (a) (gedrag)
levendig (a) (persoon) vif (a) (persoon)
levendig (a) (algemeen) plein de vie (a) (algemeen)
levendig (a) (fysische conditie) vivant (m) (a) (fysische conditie)
levendig (a) (kleur) vif (a) (kleur)
levendig (a) (baby) rebondissant (a) (baby)
levendig (a) (feestje) animé (a) (feestje)
levendig (a) (kleur) enjoué (a) (kleur)
levendig (a) (beschrijving) enjoué (a) (beschrijving)
levendig (a) (persoon) robuste (a) (persoon)
levendig (a) (persoon) enjoué (a) (persoon)
levendig (a) (persoon) gai (a) (persoon)
levendig (a) (beschrijving) plein d'allant (a) (beschrijving)
levendig (a) (persoon) d'humeur gaie (a) (persoon)
levendig (a) (persoon) vivant (m) (a) (persoon)
levendig (a) (persoon) plein d'entrain (a) (persoon)
levendig (a) (fysische conditie) d'humeur gaie (a) (fysische conditie)
levendig (a) (plaats) animé (a) (plaats)
levendig (a) (fysische conditie) plein d'allant (a) (fysische conditie)
levendig (a) (kleur) folâtre (a) (kleur)
levendig (a) (fysische conditie) actif (m) (a) (fysische conditie)
levendig (a) (fysische conditie) en pleine santé (a) (fysische conditie)
levendig (a) (fysische conditie) vif (a) (fysische conditie)
levendig (a) (kleur) plein de vie (a) (kleur)
levendig (a) (kleur) éclatant (a) (kleur)
levendig (a) (gedrag) gai (a) (gedrag)
levendig (a) (beschrijving) plein de vie (a) (beschrijving)
levendig (a) (algemeen) vivant (m) (a) (algemeen)
levendig (a) (persoon) gaillard (a) (persoon)
levendig (a) (fysische conditie) plein d'entrain (a) (fysische conditie)
levendig (a) (beschrijving) folâtre (a) (beschrijving)
levendig (a) (gedrag) enjoué (a) (gedrag)
Vertalen Levendig in andere talen
Vertalen levendig in Engels
Vertalen levendig in Duits
Vertalen levendig in Italiaans
Vertalen levendig in Spaans
Vertalen levendig in Portugees
Vertalen levendig in Sloveens
Vertalen levendig in Pools
Vertalen levendig in Tsjechisch