ineenstorten (v) (bedrijf) | gå omkull (v) (bedrijf) |
ineenstorten (v) (psychiatrie) | falla ihop (v) (psychiatrie) |
ineenstorten (v) (bedrijf) | bryta samman (v) (bedrijf) |
ineenstorten (v) (fysische activiteit) | göra bankrutt (v) (fysische activiteit) |
ineenstorten (v) (fysische activiteit) | kollapsa (v) (fysische activiteit) |
ineenstorten (v) (fysische activiteit) | gå omkull (v) (fysische activiteit) |
ineenstorten (v) (bedrijf) | gå under (v) (bedrijf) |
ineenstorten (v) (fysische activiteit) | bryta samman (v) (fysische activiteit) |
ineenstorten (v) (bedrijf) | falla ihop (v) (bedrijf) |
ineenstorten (v) (psychiatrie) | kollapsa (v) (psychiatrie) |
ineenstorten (v) (psychiatrie) | gå omkull (v) (psychiatrie) |
ineenstorten (v) (psychiatrie) | göra bankrutt (v) (psychiatrie) |
ineenstorten (v) (bedrijf) | kollapsa (v) (bedrijf) |
ineenstorten (v) (fysische activiteit) | falla ihop (v) (fysische activiteit) |
ineenstorten (v) (psychiatrie) | bryta samman (v) (psychiatrie) |
ineenstorten (v) (bedrijf) | göra bankrutt (v) (bedrijf) |