ineenstorten
(v)
(bedrijf)
|
sucumbir
(v)
(bedrijf)
|
ineengestort
storten ineen
stortten ineen
|
sucumbido
sucumben
sucumbes
sucumbían
sucumbías
|
ineenstorten
(v)
(bedrijf)
|
desplomarse
(v)
(bedrijf)
|
ineenstorten
(v)
(psychiatrie)
|
venirse abajo
(v)
(psychiatrie)
|
ineenstorten
(v)
(bedrijf)
|
quebrar
(v)
(bedrijf)
|
ineengestort
storten ineen
stortten ineen
|
quebrado
quiebras
quiebran
quebraban
quebrabas
|
ineenstorten
(v)
(psychiatrie)
|
quebrar
(v)
(psychiatrie)
|
ineengestort
storten ineen
stortten ineen
|
quebrado
quiebras
quiebran
quebraban
quebrabas
|
ineenstorten
(v)
(fysische activiteit)
|
venirse abajo
(v)
(fysische activiteit)
|
ineenstorten
(v)
(bedrijf)
|
fracasar
(v)
(bedrijf)
|
ineengestort
storten ineen
stortten ineen
|
fracasado
fracasas
fracasan
fracasabas
fracasaban
|
ineenstorten
(v)
(fysische activiteit)
|
sucumbir
(v)
(fysische activiteit)
|
ineengestort
storten ineen
stortten ineen
|
sucumbido
sucumben
sucumbes
sucumbían
sucumbías
|
ineenstorten
(v)
(fysische activiteit)
|
desplomarse
(v)
(fysische activiteit)
|
ineenstorten
(v)
(psychiatrie)
|
sucumbir
(v)
(psychiatrie)
|
ineengestort
storten ineen
stortten ineen
|
sucumbido
sucumben
sucumbes
sucumbían
sucumbías
|
ineenstorten
(v)
(psychiatrie)
|
desplomarse
(v)
(psychiatrie)
|
ineenstorten
(v)
(bedrijf)
|
venirse abajo
(v)
(bedrijf)
|
ineenstorten
(v)
(fysische activiteit)
|
quebrar
(v)
(fysische activiteit)
|
ineengestort
storten ineen
stortten ineen
|
quebrado
quiebras
quiebran
quebraban
quebrabas
|