bouwen (n) (v) (opbouwen) | konstruera (v) (opbouwen) |
bouwen (n) (v) (fabriceren) | hopsätta (v) (fabriceren) |
bouwen (n) (v) (opbouwen) | bygga (v) (opbouwen) |
bouwen (n) (v) (fabriceren) | sätta ihop (v) (fabriceren) |
bouwen (n) (v) (fabriceren) | tillverka (v) (fabriceren) |
bouwen (n) (v) (fabriceren) | producera (v) (fabriceren) |