opdagen
(v)
(persoon)
|
mostrar-se
(v)
(persoon)
|
opdagen
(v)
(persoon)
|
aparecer
(v)
(persoon)
|
opgedaagd
dagen op
daagt op
daagde op
daagden op
|
aparecido
aparecem
apareces
apareciam
aparecias
|
opdagen
(v)
(verschijnen)
|
tornar-se visível
(v)
(verschijnen)
|
opdagen
(v)
(persoon)
|
tornar-se visível
(v)
(persoon)
|
opdagen
(v)
(verschijnen)
|
materializar
(v)
(verschijnen)
|
opgedaagd
dagen op
daagt op
daagde op
daagden op
|
materializado
materializam
materializas
materializavam
materializavas
|
opdagen
(v)
(persoon)
|
chegar
(v)
(persoon)
|
opgedaagd
dagen op
daagt op
daagde op
daagden op
|
chegado
chegam
chegas
chegavam
chegavas
|
opdagen
(v)
(verschijnen)
|
chegar
(v)
(verschijnen)
|
opgedaagd
dagen op
daagt op
daagde op
daagden op
|
chegado
chegam
chegas
chegavam
chegavas
|
opdagen
(v)
(persoon)
|
surgir
(v)
(persoon)
|
opgedaagd
dagen op
daagt op
daagde op
daagden op
|
surgido
surgem
surges
surgiam
surgias
|
opdagen
(v)
(verschijnen)
|
mostrar-se
(v)
(verschijnen)
|
opdagen
(v)
(verschijnen)
|
surgir
(v)
(verschijnen)
|
opgedaagd
dagen op
daagt op
daagde op
daagden op
|
surgido
surgem
surges
surgiam
surgias
|
opdagen
(v)
(verschijnen)
|
aparecer
(v)
(verschijnen)
|
opgedaagd
dagen op
daagt op
daagde op
daagden op
|
aparecido
aparecem
apareces
apareciam
aparecias
|