onderscheiden
(a)
(verschillend)
|
distinto
(a)
(verschillend)
|
onderscheiden
(a)
(algemeen)
|
diverso
(a)
(algemeen)
|
onderscheiden
(a)
(algemeen)
|
distinto
(a)
(algemeen)
|
onderscheiden
(a)
(verschillend)
|
diferente
(m)
(a)
(verschillend)
|
onderscheiden
(a)
(algemeen)
|
separado
(a)
(algemeen)
|
onderscheiden
(v)
(verschil)
|
discernir
(v)
(verschil)
|
onderscheiden
onderscheidt
onderscheiden
onderscheidde
onderscheidden
|
discernido
discernem
discernes
discerniam
discernias
|
onderscheiden
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
perceber
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
onderscheiden
onderscheidt
onderscheiden
onderscheidde
onderscheidden
|
percebido
percebem
percebes
percebiam
percebias
|
onderscheiden
(v)
(onderscheid)
|
discernir
(v)
(onderscheid)
|
onderscheiden
onderscheidt
onderscheiden
onderscheidde
onderscheidden
|
discernido
discernem
discernes
discerniam
discernias
|
onderscheiden
(v)
(vergelijking)
|
diferenciar
(v)
(vergelijking)
|
onderscheiden
onderscheidt
onderscheiden
onderscheidde
onderscheidden
|
diferenciado
diferenciam
diferencias
diferenciavam
diferenciavas
|
onderscheiden
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
detectar
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
onderscheiden
onderscheidt
onderscheiden
onderscheidde
onderscheidden
|
detectado
detectam
detectas
detectavam
detectavas
|
onderscheiden
(v)
(militair)
|
condecorar
(v)
(militair)
|
onderscheiden
onderscheidt
onderscheiden
onderscheidde
onderscheidden
|
condecorado
condecoram
condecoras
condecoravam
condecoravas
|
onderscheiden
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
discernir
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
onderscheiden
onderscheidt
onderscheiden
onderscheidde
onderscheidden
|
discernido
discernem
discernes
discerniam
discernias
|
onderscheiden
(v)
(onderscheid)
|
diferenciar
(v)
(onderscheid)
|
onderscheiden
onderscheidt
onderscheiden
onderscheidde
onderscheidden
|
diferenciado
diferenciam
diferencias
diferenciavam
diferenciavas
|
onderscheiden
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
observar
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
onderscheiden
onderscheidt
onderscheiden
onderscheidde
onderscheidden
|
observado
observam
observas
observavam
observavas
|
onderscheiden
(v)
(onderscheid)
|
distinguir
(v)
(onderscheid)
|
onderscheiden
onderscheidt
onderscheiden
onderscheidde
onderscheidden
|
distinguido
distinguem
distingues
distinguiam
distinguias
|
onderscheiden
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
notar
(v)
(zintuiglijke waarneming)
|
onderscheiden
onderscheidt
onderscheiden
onderscheidde
onderscheidden
|
notado
notam
notas
notavam
notavas
|
onderscheiden
(v)
(vergelijking)
|
discernir
(v)
(vergelijking)
|
onderscheiden
onderscheidt
onderscheiden
onderscheidde
onderscheidden
|
discernido
discernem
discernes
discerniam
discernias
|
onderscheiden
(v)
(vergelijking)
|
distinguir
(v)
(vergelijking)
|
onderscheiden
onderscheidt
onderscheiden
onderscheidde
onderscheidden
|
distinguido
distinguem
distingues
distinguiam
distinguias
|
onderscheiden
(v)
(verschil)
|
distinguir
(v)
(verschil)
|
onderscheiden
onderscheidt
onderscheiden
onderscheidde
onderscheidden
|
distinguido
distinguem
distingues
distinguiam
distinguias
|
onderscheiden
(v)
(verschil)
|
diferenciar
(v)
(verschil)
|
onderscheiden
onderscheidt
onderscheiden
onderscheidde
onderscheidden
|
diferenciado
diferenciam
diferencias
diferenciavam
diferenciavas
|