ervaren
(a)
(geroutineerd)
|
experiente
(a)
(geroutineerd)
|
ervaren
(a)
(geroutineerd)
|
experimentado
(a)
(geroutineerd)
|
ervaren
(a)
(algemeen)
|
experiente
(a)
(algemeen)
|
ervaren
(a)
(geroutineerd)
|
prático
(a)
(geroutineerd)
|
ervaren
(v)
(gevolg)
|
sofrer
(v)
(gevolg)
|
ervaren
ervaren
ervaart
ervoer
ervoeren
|
sofrido
sofrem
sofres
sofriam
sofrias
|
ervaren
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
sofrer
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
ervaren
ervaren
ervaart
ervoer
ervoeren
|
sofrido
sofrem
sofres
sofriam
sofrias
|
ervaren
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
estar consciente de
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
ervaren
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
experimentar
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
ervaren
ervaren
ervaart
ervoer
ervoeren
|
experimentado
experimentam
experimentas
experimentavam
experimentavas
|
ervaren
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
ter a sensação
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
ervaren
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
sentir
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
ervaren
ervaren
ervaart
ervoer
ervoeren
|
sentido
sentem
sentes
sentiam
sentias
|
ervaren
(v)
(gevolg)
|
experimentar
(v)
(gevolg)
|
ervaren
ervaren
ervaart
ervoer
ervoeren
|
experimentado
experimentam
experimentas
experimentavam
experimentavas
|
ervaren
(v)
(gevolg)
|
sentir
(v)
(gevolg)
|
ervaren
ervaren
ervaart
ervoer
ervoeren
|
sentido
sentem
sentes
sentiam
sentias
|