ervaren (a) (geroutineerd) | practiced (a) (geroutineerd) |
ervaren (a) (geroutineerd) | experienced (a) (geroutineerd) |
ervaren (a) (geroutineerd) | skilled (a) (geroutineerd) |
ervaren (a) (algemeen) | experienced (a) (algemeen) |
ervaren (v) (geestelijke gewaarwording) | experience (v) (geestelijke gewaarwording) |
ervaren (v) (geestelijke gewaarwording) | feel (v) (geestelijke gewaarwording) |
ervaren (v) (gevolg) | experience (v) (gevolg) |
ervaren (v) (gevolg) | feel (v) (gevolg) |