dekken
(v)
(algemeen)
|
assegurar
(v)
(algemeen)
|
|
dekken
(v)
(persoon)
|
resguardar
(v)
(persoon)
|
|
dekken
(v)
(algemeen)
|
cobrir
(v)
(algemeen)
|
|
dekken
(v)
(alibi)
|
assegurar
(v)
(alibi)
|
dekken
(v)
(alibi)
|
dar cobertura a
(v)
(alibi)
|
|
dekken
(v)
(alibi)
|
encobrir
(v)
(alibi)
|
|
dekken
(v)
(alibi)
|
cobrir
(v)
(alibi)
|
|
dekken
(v)
(mogelijkheid)
|
cobrir
(v)
(mogelijkheid)
|
|
dekken
(v)
(verzekeren)
|
dar cobertura a
(v)
(verzekeren)
|
|
dekken
(v)
(verzekeren)
|
encobrir
(v)
(verzekeren)
|
|
dekken
(v)
(persoon)
|
proteger
(v)
(persoon)
|
|
dekken
(v)
(verzekeren)
|
assegurar
(v)
(verzekeren)
|
|
dekken
(v)
(verzekeren)
|
cobrir
(v)
(verzekeren)
|
|
dekken
(v)
(algemeen)
|
dar cobertura a
(v)
(algemeen)
|
|
dekken
(v)
(algemeen)
|
encobrir
(v)
(algemeen)
|
|
dekken
(v)
(mogelijkheid)
|
incluir
(v)
(mogelijkheid)
|
Dekken Voorbeelden1 Bijvoorbeeld gevonden
|
met lei dekken
|
revestir com ardósia
|
Vertalen Dekken in andere talen
