bewijzen
(v)
(waarheid)
|
fundamentar
(v)
(waarheid)
|
bewezen
bewijzen
bewijst
bewezen
bewees
|
fundamentado
fundamentam
fundamentas
fundamentavam
fundamentavas
|
bewijzen
(v)
(een bewijs zijn)
|
dar provas de
(v)
(een bewijs zijn)
|
bewijzen
(v)
(algemeen)
|
ser uma prova de
(v)
(algemeen)
|
bewijzen
(v)
(algemeen)
|
provar
(v)
(algemeen)
|
bewezen
bewijzen
bewijst
bewezen
bewees
|
provado
provam
provas
provavam
provavas
|
bewijzen
(v)
(rechten)
|
demonstrar
(v)
(rechten)
|
bewezen
bewijzen
bewijst
bewezen
bewees
|
demonstrado
demonstram
demonstras
demonstravam
demonstravas
|
bewijzen
(v)
(aantonen)
|
dar provas de
(v)
(aantonen)
|
bewijzen
(v)
(aantonen)
|
provar
(v)
(aantonen)
|
bewezen
bewijzen
bewijst
bewezen
bewees
|
provado
provam
provas
provavam
provavas
|
bewijzen
(v)
(rechten)
|
dar provas de
(v)
(rechten)
|
bewijzen
(v)
(rechten)
|
ser uma prova de
(v)
(rechten)
|
bewijzen
(v)
(een bewijs zijn)
|
demonstrar
(v)
(een bewijs zijn)
|
bewezen
bewijzen
bewijst
bewezen
bewees
|
demonstrado
demonstram
demonstras
demonstravam
demonstravas
|
bewijzen
(v)
(waarheid)
|
embasar
(v)
(waarheid)
|
bewezen
bewijzen
bewijst
bewezen
bewees
|
embasado
embasam
embasas
embasavam
embasavas
|
bewijzen
(v)
(rechten)
|
provar
(v)
(rechten)
|
bewezen
bewijzen
bewijst
bewezen
bewees
|
provado
provam
provas
provavam
provavas
|
bewijzen
(v)
(algemeen)
|
demonstrar
(v)
(algemeen)
|
bewezen
bewijzen
bewijst
bewezen
bewees
|
demonstrado
demonstram
demonstras
demonstravam
demonstravas
|
bewijzen
(v)
(aantonen)
|
ser uma prova de
(v)
(aantonen)
|
bewijzen
(v)
(waarheid)
|
justificar
(v)
(waarheid)
|
bewezen
bewijzen
bewijst
bewezen
bewees
|
justificado
justificam
justificas
justificavam
justificavas
|
bewijzen
(v)
(algemeen)
|
dar provas de
(v)
(algemeen)
|
bewijzen
(v)
(waarheid)
|
substanciar
(v)
(waarheid)
|
bewezen
bewijzen
bewijst
bewezen
bewees
|
substanciado
substanciam
substancias
substanciavam
substanciavas
|
bewijzen
(v)
(een bewijs zijn)
|
provar
(v)
(een bewijs zijn)
|
bewezen
bewijzen
bewijst
bewezen
bewees
|
provado
provam
provas
provavam
provavas
|
bewijzen
(v)
(aantonen)
|
demonstrar
(v)
(aantonen)
|
bewezen
bewijzen
bewijst
bewezen
bewees
|
demonstrado
demonstram
demonstras
demonstravam
demonstravas
|
bewijzen
(v)
(een bewijs zijn)
|
ser uma prova de
(v)
(een bewijs zijn)
|