bepalen
(v)
(tijd)
|
fixar
(v)
(tijd)
|
bepaald
bepaalt
bepalen
bepaalde
bepaalden
|
fixado
fixam
fixas
fixavam
fixavas
|
bepalen
(v)
(tijd)
|
marcar
(v)
(tijd)
|
bepaald
bepaalt
bepalen
bepaalde
bepaalden
|
marcado
marcam
marcas
marcavam
marcavas
|
bepalen
(v)
(tijd)
|
determinar
(v)
(tijd)
|
bepaald
bepaalt
bepalen
bepaalde
bepaalden
|
determinado
determinam
determinas
determinavam
determinavas
|
bepalen
(v)
(positie)
|
determinar
(v)
(positie)
|
bepaald
bepaalt
bepalen
bepaalde
bepaalden
|
determinado
determinam
determinas
determinavam
determinavas
|
bepalen
(v)
(positie)
|
estabelecer
(v)
(positie)
|
bepaald
bepaalt
bepalen
bepaalde
bepaalden
|
estabelecido
estabelecem
estabeleces
estabeleciam
estabelecias
|
bepalen
(v)
(tijd)
|
estabelecer
(v)
(tijd)
|
bepaald
bepaalt
bepalen
bepaalde
bepaalden
|
estabelecido
estabelecem
estabeleces
estabeleciam
estabelecias
|
bepalen
(v)
(determineren)
|
influenciar
(v)
(determineren)
|
bepaald
bepaalt
bepalen
bepaalde
bepaalden
|
influenciado
influenciam
influencias
influenciavam
influenciavas
|
bepalen
(v)
(belangrijkheid)
|
medir
(v)
(belangrijkheid)
|
bepaald
bepaalt
bepalen
bepaalde
bepaalden
|
medido
medem
medes
mediam
medias
|
bepalen
(v)
(tijd)
|
indicar
(v)
(tijd)
|
bepaald
bepaalt
bepalen
bepaalde
bepaalden
|
indicado
indicam
indicas
indicavam
indicavas
|
bepalen
(v)
(belangrijkheid)
|
quantificar
(v)
(belangrijkheid)
|
bepaald
bepaalt
bepalen
bepaalde
bepaalden
|
quantificado
quantificam
quantificas
quantificavam
quantificavas
|
bepalen
(v)
(tijd)
|
especificar
(v)
(tijd)
|
bepaald
bepaalt
bepalen
bepaalde
bepaalden
|
especificado
especificam
especificas
especificavam
especificavas
|
bepalen
(v)
(determineren)
|
determinar
(v)
(determineren)
|
bepaald
bepaalt
bepalen
bepaalde
bepaalden
|
determinado
determinam
determinas
determinavam
determinavas
|