aanpakken (v) (situatie) | enfrentar (v) (situatie) |
aanpakken (v) (mensen) | falar abertamente (v) (mensen) |
aanpakken (v) (persoon) | lidar com (v) (persoon) |
aanpakken (v) (situatie) | tratar com (v) (situatie) |
aanpakken (v) (probleem) | enfrentar (v) (probleem) |
aanpakken (v) (persoon) | tratar com (v) (persoon) |
aanpakken (v) (probleem) | lidar com (v) (probleem) |
aanpakken (v) (algemeen) | levar a sério (v) (algemeen) |
aanpakken (v) (algemeen) | enfrentar (v) (algemeen) |
aanpakken (v) (situatie) | lidar com (v) (situatie) |
aanpakken (v) (mensen) | ter uma conversa com (v) (mensen) |
aanpakken (v) (algemeen) | trabalhar para valer em (v) (algemeen) |
aanpakken (v) (algemeen) | lidar com (v) (algemeen) |
hardhandig aanpakken | intimidar |
het anders aanpakken | tomar um rumo diferente |
het anders aanpakken | mudar o rumo |
iemand hardhandig aanpakken | perseguir alguém |
streng aanpakken | tratar impiedosamente |