vinden
(v)
(algemeen)
|
trovare
(v)
(algemeen)
|
gevonden
vinden
vindt
vond
vonden
|
trovando
trovano
trovi
trovavano
trovavi
|
vinden
(v)
(algemeen)
|
scoprire
(v)
(algemeen)
|
gevonden
vinden
vindt
vond
vonden
|
scoprendo
scopri
scoprono
scoprivano
scoprivi
|
vinden
(v)
(ontdekken)
|
trovare
(v)
(ontdekken)
|
gevonden
vinden
vindt
vond
vonden
|
trovando
trovano
trovi
trovavano
trovavi
|
vinden
(v)
(algemeen)
|
ritenere
(v)
(algemeen)
|
gevonden
vinden
vindt
vond
vonden
|
ritenendo
ritengono
ritieni
ritenevano
ritenevi
|
vinden
(v)
(ontdekken)
|
scoprire
(v)
(ontdekken)
|
gevonden
vinden
vindt
vond
vonden
|
scoprendo
scopri
scoprono
scoprivano
scoprivi
|