Uitbreiden — Nederlandse Italiaans vertaling25 vertalingen gevonden

uitbreiden (v) (algemeen) espandere (v) (algemeen)
uitbreiden (v) (algemeen) ingrandire (v) (algemeen)
uitbreiden (v) (kennis) accrescere (v) (kennis)
uitbreiden (v) (algemeen) accrescere (v) (algemeen)
uitbreiden (v) (vergroten) estendere (v) (vergroten)
uitbreiden (v) (kennis) allargare (v) (kennis)
uitbreiden (v) (algemeen) aumentare (v) (algemeen)
uitbreiden (v) (kennis) espandere (v) (kennis)
uitbreiden (v) (kennis) ingrandire (v) (kennis)
uitbreiden (v) (vergroten) accrescere (v) (vergroten)
uitbreiden (v) (kennis) ampliare (v) (kennis)
uitbreiden (v) (grootte) estendere (v) (grootte)
uitbreiden (v) (kennis) aumentare (v) (kennis)
uitbreiden (v) (algemeen) ampliare (v) (algemeen)
uitbreiden (v) (kennis) estendere (v) (kennis)
uitbreiden (v) (grootte) ingrandire (v) (grootte)
uitbreiden (v) (algemeen) allargare (v) (algemeen)
uitbreiden (v) (grootte) ampliare (v) (grootte)
uitbreiden (v) (grootte) espandere (v) (grootte)
uitbreiden (v) (vergroten) aumentare (v) (vergroten)
uitbreiden (v) (vergroten) allargare (v) (vergroten)
uitbreiden (v) (algemeen) estendere (v) (algemeen)
uitbreiden (v) (vergroten) ingrandire (v) (vergroten)
uitbreiden (v) (grootte) allargare (v) (grootte)
uitbreiden (v) (vergroten) ampliare (v) (vergroten)
Uitbreiden Voorbeelden9 voorbeelden gevonden
zich uitbreiden estendersi
zich uitbreiden ingrandirsi
zich uitbreiden espandersi
zich uitbreiden espandersi
zich uitbreiden ampliarsi
zich uitbreiden crescere
zich uitbreiden allargarsi
zijn horizon uitbreiden aprire la propria mente
zijn horizon uitbreiden allargare i propri orizzonti
Vertalen Uitbreiden in andere talen
Vertalen uitbreiden in Engels
Vertalen uitbreiden in Duits
Vertalen uitbreiden in Frans
Vertalen uitbreiden in Spaans
Vertalen uitbreiden in Portugees
Vertalen uitbreiden in Sloveens
Vertalen uitbreiden in Pools
Vertalen uitbreiden in Tsjechisch