Uitbreiden — vertaling Nederlandse Duits. Vertalen Uitbreiden in Duits

uitbreiden (v) (algemeen)	erweitern (v) (algemeen)
uitgebreid breidt uit breiden uit breidde uit breidden uit	erweitert erweiterst erweitern erweiterten erweitertest erweit(e)re
uitbreiden (v) (kennis)	vergrößern (v) (kennis)
uitbreiden (v) (grootte)	erweitern (v) (grootte)
uitgebreid breidt uit breiden uit breidde uit breidden uit	erweitert erweiterst erweitern erweiterten erweitertest erweit(e)re
uitbreiden (v) (kennis)	erweitern (v) (kennis)
uitgebreid breidt uit breiden uit breidde uit breidden uit	erweitert erweiterst erweitern erweiterten erweitertest erweit(e)re
uitbreiden (v) (grootte)	ausbreiten (v) (grootte)
uitgebreid breidt uit breiden uit breidde uit breidden uit	ausgebreitet breiten aus breitest aus breitetest aus breiteten aus breite aus
uitbreiden (v) (kennis)	zunehmen (v) (kennis)
uitgebreid breidt uit breiden uit breidde uit breidden uit	zugenommen nehmen zu nimmst zu nahmen zu nahmst zu nimm zu
uitbreiden (v) (vergroten)	aufblähen (v) (vergroten)
uitbreiden (v) (algemeen)	vergrößern (v) (algemeen)
uitbreiden (v) (vergroten)	vergrößern (v) (vergroten)

Uitbreiden Voorbeelden6 voorbeelden gevonden

Vertalen Uitbreiden in andere talen

Uitbreiden — Nederlandse Duits vertaling9 vertalingen gevonden