Slaan — vertaling Nederlandse Italiaans. Vertalen Slaan in Italiaans

slaan (n) (n) (sport)	battuta (f) (n) (sport)
slaan (n) (v) (persoon)	palpitare (v) (persoon)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	palpitando palpitano palpiti palpitavano palpitavi
slaan (n) (v) (persoon)	pulsare (m) (v) (persoon)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	pulsando pulsano pulsi pulsavano pulsavi
slaan (n) (v) (vuist)	colpire (v) (vuist)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	colpendo colpisci colpiscono colpivano colpivi
slaan (n) (v) (klok)	assestare (v) (klok)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	assestando assestano assesti assestavano assestavi
slaan (n) (v) (vuist)	pulsare (m) (v) (vuist)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	pulsando pulsano pulsi pulsavano pulsavi
slaan (n) (v) (persoon)	sbattere (m) (v) (persoon)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	sbattendo sbatti sbattono sbattevano sbattevi
slaan (n) (v) (vuist)	palpitare (v) (vuist)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	palpitando palpitano palpiti palpitavano palpitavi
slaan (n) (v) (vuist)	battere (m) (v) (vuist)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	battendo batti battono battevano battevi
slaan (n) (v) (vuist)	assestare (v) (vuist)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	assestando assestano assesti assestavano assestavi
slaan (n) (v) (hart)	palpitare (v) (hart)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	palpitando palpitano palpiti palpitavano palpitavi
slaan (n) (v) (klok)	sbattere (m) (v) (klok)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	sbattendo sbatti sbattono sbattevano sbattevi
slaan (n) (v) (klok)	colpire (v) (klok)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	colpendo colpisci colpiscono colpivano colpivi
slaan (n) (v) (hart)	assestare (v) (hart)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	assestando assestano assesti assestavano assestavi
slaan (n) (v) (persoon)	picchiare (v) (persoon)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	picchiando picchi picchiano picchiavano picchiavi
slaan (n) (v) (hart)	pulsare (m) (v) (hart)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	pulsando pulsano pulsi pulsavano pulsavi
slaan (n) (v) (klok)	palpitare (v) (klok)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	palpitando palpitano palpiti palpitavano palpitavi
slaan (n) (v) (persoon)	assestare (v) (persoon)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	assestando assestano assesti assestavano assestavi
slaan (n) (v) (persoon)	suonare (v) (persoon)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	suonando suonano suoni suonavano suonavi
slaan (n) (v) (vuist)	picchiare (v) (vuist)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	picchiando picchi picchiano picchiavano picchiavi
slaan (n) (v) (hart)	sbattere (m) (v) (hart)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	sbattendo sbatti sbattono sbattevano sbattevi
slaan (n) (v) (persoon)	colpire (v) (persoon)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	colpendo colpisci colpiscono colpivano colpivi
slaan (n) (v) (hart)	battere (m) (v) (hart)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	battendo batti battono battevano battevi
slaan (n) (v) (hart)	picchiare (v) (hart)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	picchiando picchi picchiano picchiavano picchiavi
slaan (n) (v) (klok)	pulsare (m) (v) (klok)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	pulsando pulsano pulsi pulsavano pulsavi
slaan (n) (v) (vuist)	sbattere (m) (v) (vuist)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	sbattendo sbatti sbattono sbattevano sbattevi
slaan (n) (v) (persoon)	battere (m) (v) (persoon)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	battendo batti battono battevano battevi
slaan (n) (v) (hart)	suonare (v) (hart)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	suonando suonano suoni suonavano suonavi
slaan (n) (v) (klok)	picchiare (v) (klok)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	picchiando picchi picchiano picchiavano picchiavi
slaan (n) (v) (vuist)	suonare (v) (vuist)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	suonando suonano suoni suonavano suonavi
slaan (n) (v) (hart)	colpire (v) (hart)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	colpendo colpisci colpiscono colpivano colpivi
slaan (n) (v) (klok)	battere (m) (v) (klok)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	battendo batti battono battevano battevi
slaan (n) (v) (klok)	suonare (v) (klok)
geslagen slaat slaan sloegen sloeg	suonando suonano suoni suonavano suonavi

Slaan Voorbeelden43 voorbeelden gevonden

iemand knock-out slaan	stordire qualcuno con un colpo
iemand knock-out slaan	mettere fuori combattimento con una botta
iemand bewusteloos slaan	stordire qualcuno con un colpo
iemand bewusteloos slaan	mettere fuori combattimento con una botta
acht slaan op	fare attenzione a
acht slaan op	badare a
bewusteloos slaan	stordire
bewusteloos slaan	far perdere i sensi a
een flater slaan	prendere un granchio
een flater slaan	fare una gaffe
een flater slaan	fare una figuraccia
ergens op slaan	avere significato logico
ergens op slaan	avere senso
geen acht slaan op	ignorare
geen acht slaan op	chiudere un occhio su
in elkaar slaan	picchiare
in elkaar slaan	percuotere
knock-out slaan	mettere knock out
knock-out slaan	mettere fuori combattimento
kort en klein slaan	demolire
kort en klein slaan	buttar giù
kort en klein slaan	abbattere
met een troefkaart slaan	prendere con una briscola
met een zweep slaan	fustigare
met een zweep slaan	frustare
munt slaan uit	trarre vantaggio da
munt slaan uit	approfittare di
op de vlucht slaan	darsi alla fuga
op hol slaan	fuga precipitosa
op hol slaan	darsi alla fuga
raak slaan	fare centro
raak slaan	colpire nel segno
raak slaan	colpire il bersaglio
slaan met	sferzare l'aria con
slaan met	agitare
slaan op	rivolgere a
slaan op	indirizzare a
slaan op	dirigere a
slaan op	destinare a
te pletter slaan	schiantarsi al suolo
te pletter slaan	precipitare
uit zijn lood slaan	scuotere
uit zijn lood slaan	sconvolgere

Vertalen Slaan in andere talen

— Vertalen slaan in Engels

— Vertalen slaan in Duits

— Vertalen slaan in Frans

— Vertalen slaan in Spaans

— Vertalen slaan in Portugees

— Vertalen slaan in Sloveens

— Vertalen slaan in Pools

— Vertalen slaan in Tsjechisch

Slaan — Nederlandse Italiaans vertaling33 vertalingen gevonden