Scheppen — Nederlandse Italiaans vertaling10 vertalingen gevonden

scheppen (v) (beginnen) far nascere (v) (beginnen)
scheppen (v) (algemeen) iniziare (v) (algemeen)
scheppen (v) (algemeen) dare origine a (v) (algemeen)
scheppen (v) (beginnen) originare (v) (beginnen)
scheppen (v) (beginnen) creare (v) (beginnen)
scheppen (v) (algemeen) originare (v) (algemeen)
scheppen (v) (algemeen) creare (v) (algemeen)
scheppen (v) (algemeen) far nascere (v) (algemeen)
scheppen (v) (beginnen) iniziare (v) (beginnen)
scheppen (v) (beginnen) dare origine a (v) (beginnen)
Scheppen Voorbeelden7 voorbeelden gevonden
afstand scheppen estraniare
afstand scheppen alienare
genoegen scheppen in dilettarsi a
wanorde scheppen scompigliare
wanorde scheppen mettere in disordine
wanorde scheppen disorganizzare
wanorde scheppen disordinare
Vertalen Scheppen in andere talen
Vertalen scheppen in Engels
Vertalen scheppen in Duits
Vertalen scheppen in Frans
Vertalen scheppen in Spaans
Vertalen scheppen in Portugees
Vertalen scheppen in Sloveens
Vertalen scheppen in Pools
Vertalen scheppen in Tsjechisch