en
es
pt
nl
de
fr
it
sv
pl
cs
lang
db
Scheppen
— Nederlandse Duits vertaling
5 vertalingen gevonden
scheppen
(v)
(algemeen)
erschaffen
(v)
(algemeen)
geschept
schept
scheppen
schepten
schepte
erschaffen
erschaffen
erschaffst
erschufen
erschufst
erschaffe
scheppen
(v)
(beginnen)
schaffen
(v)
(beginnen)
geschept
schept
scheppen
schepten
schepte
geschafft
schaffen
schaffst
schafftest
schafften
schaff(e)
scheppen
(v)
schaffen
(v)
geschept
schept
scheppen
schepten
schepte
geschafft
schaffen
schaffst
schafftest
schafften
schaff(e)
scheppen
(v)
(beginnen)
hervorbringen
(v)
(beginnen)
geschept
schept
scheppen
schepten
schepte
hervorgebracht
bringen hervor
bringst hervor
brachten hervor
brachtest hervor
bring(e) hervor
scheppen
(v)
(algemeen)
schaffen
(v)
(algemeen)
geschept
schept
scheppen
schepten
schepte
geschafft
schaffen
schaffst
schafftest
schafften
schaff(e)
Vertalen
Scheppen
in andere talen
—
Vertalen scheppen in Engels
—
Vertalen scheppen in Frans
—
Vertalen scheppen in Italiaans
—
Vertalen scheppen in Spaans
—
Vertalen scheppen in Portugees
—
Vertalen scheppen in Sloveens
—
Vertalen scheppen in Pools
—
Vertalen scheppen in Tsjechisch