losmaken
(v)
(kleding)
|
sciogliere
(v)
(kleding)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
sciogliendo
sciogli
sciolgono
scioglievano
scioglievi
|
losmaken
(v)
(algemeen)
|
venire via
(v)
(algemeen)
|
losmaken
(v)
(algemeen)
|
disfare
(v)
(algemeen)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
disfando
disfano
disfi
disfavano
disfavi
|
losmaken
(v)
(pak)
|
disfare
(v)
(pak)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
disfando
disfano
disfi
disfavano
disfavi
|
losmaken
(v)
(gevangene)
|
districare
(v)
(gevangene)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
districando
districano
districhi
districavano
districavi
|
losmaken
(v)
(gevangene)
|
slacciare
(v)
(gevangene)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
slacciando
slacci
slacciano
slacciavano
slacciavi
|
losmaken
(v)
(knoop)
|
slacciare
(v)
(knoop)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
slacciando
slacci
slacciano
slacciavano
slacciavi
|
losmaken
(v)
(knoop)
|
slegare
(v)
(knoop)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
slegando
slegano
sleghi
slegavano
slegavi
|
losmaken
(v)
(pak)
|
aprire
(v)
(pak)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
aprendo
apri
aprono
aprivano
aprivi
|
losmaken
(v)
(knoop)
|
sbottonare
(v)
(knoop)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
sbottonando
sbottonano
sbottoni
sbottonavano
sbottonavi
|
losmaken
(v)
(bevrijden)
|
sciogliere
(v)
(bevrijden)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
sciogliendo
sciogli
sciolgono
scioglievano
scioglievi
|
losmaken
(v)
(algemeen)
|
staccarsi
(v)
(algemeen)
|
losmaken
(v)
(pak)
|
scartare
(v)
(pak)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
scartando
scartano
scarti
scartavano
scartavi
|
losmaken
(v)
(bevrijden)
|
allentare
(v)
(bevrijden)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
allentando
allentano
allenti
allentavano
allentavi
|
losmaken
(v)
(bevrijden)
|
liberare
(v)
(bevrijden)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
liberando
liberano
liberi
liberavano
liberavi
|
losmaken
(v)
(gevangene)
|
sciogliere
(v)
(gevangene)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
sciogliendo
sciogli
sciolgono
scioglievano
scioglievi
|
losmaken
(v)
(kleding)
|
slegare
(v)
(kleding)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
slegando
slegano
sleghi
slegavano
slegavi
|
losmaken
(v)
(gevangene)
|
disfare
(v)
(gevangene)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
disfando
disfano
disfi
disfavano
disfavi
|
losmaken
(v)
(kleding)
|
liberare
(v)
(kleding)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
liberando
liberano
liberi
liberavano
liberavi
|
losmaken
(v)
(gevangene)
|
allentare
(v)
(gevangene)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
allentando
allentano
allenti
allentavano
allentavi
|
losmaken
(v)
(bevrijden)
|
slacciare
(v)
(bevrijden)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
slacciando
slacci
slacciano
slacciavano
slacciavi
|
losmaken
(v)
(algemeen)
|
staccare
(v)
(algemeen)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
staccando
staccano
stacchi
staccavano
staccavi
|
losmaken
(v)
(algemeen)
|
sciogliere
(v)
(algemeen)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
sciogliendo
sciogli
sciolgono
scioglievano
scioglievi
|
losmaken
(v)
(kleding)
|
allentare
(v)
(kleding)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
allentando
allentano
allenti
allentavano
allentavi
|
losmaken
(v)
(gevangene)
|
liberare
(v)
(gevangene)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
liberando
liberano
liberi
liberavano
liberavi
|
losmaken
(v)
(knoop)
|
sciogliere
(v)
(knoop)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
sciogliendo
sciogli
sciolgono
scioglievano
scioglievi
|
losmaken
(v)
(bevrijden)
|
slegare
(v)
(bevrijden)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
slegando
slegano
sleghi
slegavano
slegavi
|
losmaken
(v)
(knoop)
|
disfare
(v)
(knoop)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
disfando
disfano
disfi
disfavano
disfavi
|
losmaken
(v)
(bevrijden)
|
districare
(v)
(bevrijden)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
districando
districano
districhi
districavano
districavi
|
losmaken
(v)
(kleding)
|
districare
(v)
(kleding)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
districando
districano
districhi
districavano
districavi
|
losmaken
(v)
(kleding)
|
slacciare
(v)
(kleding)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
slacciando
slacci
slacciano
slacciavano
slacciavi
|
losmaken
(v)
(algemeen)
|
slegare
(v)
(algemeen)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
slegando
slegano
sleghi
slegavano
slegavi
|
losmaken
(v)
(gevangene)
|
slegare
(v)
(gevangene)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
slegando
slegano
sleghi
slegavano
slegavi
|
losmaken
(v)
(knoop)
|
allentare
(v)
(knoop)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
allentando
allentano
allenti
allentavano
allentavi
|
losmaken
(v)
(kleding)
|
sbottonare
(v)
(kleding)
|
losgemaakt
maakt los
maken los
maakte los
maakten los
|
sbottonando
sbottonano
sbottoni
sbottonavano
sbottonavi
|