kunnen
(v)
(hulpwerkwoord)
|
volere
(v)
(hulpwerkwoord)
|
gekund
kunnen
kan
konden
kon
|
volendo
vogliono
vuoi
volevano
volevi
|
kunnen
(v)
(hulpwerkwoord)
|
potere
(m)
(v)
(hulpwerkwoord)
|
gekund
kunnen
kan
konden
kon
|
potendo
possono
puoi
potevano
potevi
|
kunnen
(v)
(toestemming)
|
volere
(v)
(toestemming)
|
gekund
kunnen
kan
konden
kon
|
volendo
vogliono
vuoi
volevano
volevi
|
kunnen
(v)
(toestemming)
|
potere
(m)
(v)
(toestemming)
|
gekund
kunnen
kan
konden
kon
|
potendo
possono
puoi
potevano
potevi
|
kunnen
(v)
(mogelijkheid)
|
potere
(m)
(v)
(mogelijkheid)
|
gekund
kunnen
kan
konden
kon
|
potendo
possono
puoi
potevano
potevi
|