en
es
pt
nl
de
fr
it
sv
pl
cs
lang
db
Kunnen
— Nederlandse Duits vertaling
5 vertalingen gevonden
kunnen
(v)
(hulpwerkwoord)
können
(v)
(hulpwerkwoord)
kunnen
(v)
können
(v)
kunnen
(v)
(toestemming)
dürfen
(v)
(toestemming)
kunnen
(v)
(toestemming)
können
(v)
(toestemming)
kunnen
(v)
(mogelijkheid)
mögen
(v)
(mogelijkheid)
Kunnen
Voorbeelden
22 voorbeelden gevonden
goed kunnen opschieten met
sich gut verstehen mit
goed kunnen opschieten met
gut auskommen mit
goed kunnen opschieten met
ein gutes Verhältnis haben zu
hoogte kunnen krijgen van
schlau werden aus
kunnen bevatten
Platz haben für
kunnen bevatten
fassen
kunnen opschieten met
kontaktfreudig sein
kunnen opschieten met
gesellig sein
niet goed kunnen opschieten met
sich nicht gut verstehen mit
niet goed kunnen opschieten met
nicht gut auskommen mit
niet goed kunnen opschieten met
ein gespanntes Verhältnis haben zu
niet goed kunnen opschieten met
ein schlechtes Verhältnis haben zu
weer kunnen ademen
erleichtert aufatmen
weer kunnen ademen
wieder atmen können
weer kunnen ademen
aufatmen
wijs kunnen worden uit
etwas verstehen
wijs kunnen worden uit
aus etwas schlau werden
woordgetrouw kunnen weergeven
wortgetreu wiedergeben können
zich kunnen veroorloven
sich erlauben können
zich kunnen veroorloven
sich leisten können
geen barst kunnen schelen
piepegal sein
geen barst kunnen schelen
völlig egal sein
Vertalen
Kunnen
in andere talen
—
Vertalen kunnen in Engels
—
Vertalen kunnen in Frans
—
Vertalen kunnen in Italiaans
—
Vertalen kunnen in Spaans
—
Vertalen kunnen in Portugees
—
Vertalen kunnen in Sloveens
—
Vertalen kunnen in Pools
—
Vertalen kunnen in Tsjechisch