en
es
pt
nl
de
fr
it
sv
pl
cs
lang
db
Genezen
— Nederlandse Italiaans vertaling
8 vertalingen gevonden
genezen
(n)
(n)
(herstellen)
guarigione
(f)
(n)
(herstellen)
genezen
(n)
(n)
(herstellen)
cura
(f)
(n)
(herstellen)
genezen
(n)
(v)
(ziekte)
guarire
(v)
(ziekte)
genezen
genezen
geneest
genazen
genas
guarendo
guarisci
guariscono
guarivano
guarivi
genezen
(n)
(v)
(ziekte)
essere in convalescenza
(v)
(ziekte)
genezen
(n)
(v)
(geneeskunde)
rimettersi
(v)
(geneeskunde)
genezen
(n)
(v)
(ziekte)
curare
(v)
(ziekte)
genezen
genezen
geneest
genazen
genas
curando
curano
curi
curavano
curavi
genezen
(n)
(v)
(ziekte)
rimettersi
(v)
(ziekte)
genezen
(n)
(v)
(geneeskunde)
guarire
(v)
(geneeskunde)
genezen
genezen
geneest
genazen
genas
guarendo
guarisci
guariscono
guarivano
guarivi
Vertalen
Genezen
in andere talen
—
Vertalen genezen in Engels
—
Vertalen genezen in Duits
—
Vertalen genezen in Frans
—
Vertalen genezen in Spaans
—
Vertalen genezen in Portugees
—
Vertalen genezen in Sloveens
—
Vertalen genezen in Pools
—
Vertalen genezen in Tsjechisch