beoordelen
(v)
(Schatten)
|
valutare
(v)
(Schatten)
|
beoordeeld
beoordeelt
beoordelen
beoordeelde
beoordeelden
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
beoordelen
(v)
(evalueren)
|
giudicare
(v)
(evalueren)
|
beoordeeld
beoordeelt
beoordelen
beoordeelde
beoordeelden
|
giudicando
giudicano
giudichi
giudicavano
giudicavi
|
beoordelen
(v)
(evalueren)
|
stimare
(v)
(evalueren)
|
beoordeeld
beoordeelt
beoordelen
beoordeelde
beoordeelden
|
stimando
stimano
stimi
stimavano
stimavi
|
beoordelen
(v)
(examen)
|
classificare
(v)
(examen)
|
beoordeeld
beoordeelt
beoordelen
beoordeelde
beoordeelden
|
classificando
classificano
classifichi
classificavano
classificavi
|
beoordelen
(v)
(Schatten)
|
stimare
(v)
(Schatten)
|
beoordeeld
beoordeelt
beoordelen
beoordeelde
beoordeelden
|
stimando
stimano
stimi
stimavano
stimavi
|
beoordelen
(v)
(Schatten)
|
giudicare
(v)
(Schatten)
|
beoordeeld
beoordeelt
beoordelen
beoordeelde
beoordeelden
|
giudicando
giudicano
giudichi
giudicavano
giudicavi
|
beoordelen
(v)
(evalueren)
|
valutare
(v)
(evalueren)
|
beoordeeld
beoordeelt
beoordelen
beoordeelde
beoordeelden
|
valutando
valutano
valuti
valutavano
valutavi
|
beoordelen
(v)
(examen)
|
dare il voto a
(v)
(examen)
|