Alledaags — Nederlandse Italiaans vertaling55 vertalingen gevonden

alledaags (a) (gebeurtenis) usuale (a) (gebeurtenis)
alledaags (a) (gebeurtenis) medio (m) (a) (gebeurtenis)
alledaags (a) (banaal) semplice (a) (banaal)
alledaags (a) (belangrijkheid) comune (m) (a) (belangrijkheid)
alledaags (a) (belangrijkheid) normale (a) (belangrijkheid)
alledaags (a) (gewoon) non eccezionale (a) (gewoon)
alledaags (a) (belangrijkheid) banale (a) (belangrijkheid)
alledaags (a) (belangrijkheid) solito (a) (belangrijkheid)
alledaags (a) (belangrijkheid) alla buona (a) (belangrijkheid)
alledaags (a) (eenvoudig) semplice (a) (eenvoudig)
alledaags (a) (gewoon) medio (m) (a) (gewoon)
alledaags (a) (gebeurtenis) di tutti i giorni (a) (gebeurtenis)
alledaags (a) (gebeurtenis) ordinario (m) (a) (gebeurtenis)
alledaags (a) (eenvoudig) non eccezionale (a) (eenvoudig)
alledaags (a) (banaal) alla buona (a) (banaal)
alledaags (a) (banaal) solito (a) (banaal)
alledaags (a) (gewoon) comune (m) (a) (gewoon)
alledaags (a) (belangrijkheid) semplice (a) (belangrijkheid)
alledaags (a) (eenvoudig) di tutti i giorni (a) (eenvoudig)
alledaags (a) (gewoon) usuale (a) (gewoon)
alledaags (a) (gebeurtenis) normale (a) (gebeurtenis)
alledaags (a) (gewoon) banale (a) (gewoon)
alledaags (a) (eenvoudig) ordinario (m) (a) (eenvoudig)
alledaags (a) (gebeurtenis) alla buona (a) (gebeurtenis)
alledaags (a) (gewoon) semplice (a) (gewoon)
alledaags (a) (banaal) medio (m) (a) (banaal)
alledaags (a) (eenvoudig) comune (m) (a) (eenvoudig)
alledaags (a) (eenvoudig) normale (a) (eenvoudig)
alledaags (a) (belangrijkheid) non eccezionale (a) (belangrijkheid)
alledaags (a) (gewoon) alla buona (a) (gewoon)
alledaags (a) (eenvoudig) solito (a) (eenvoudig)
alledaags (a) (gebeurtenis) comune (m) (a) (gebeurtenis)
alledaags (a) (gebeurtenis) semplice (a) (gebeurtenis)
alledaags (a) (banaal) di tutti i giorni (a) (banaal)
alledaags (a) (belangrijkheid) usuale (a) (belangrijkheid)
alledaags (a) (banaal) normale (a) (banaal)
alledaags (a) (gebeurtenis) banale (a) (gebeurtenis)
alledaags (a) (belangrijkheid) ordinario (m) (a) (belangrijkheid)
alledaags (a) (eenvoudig) usuale (a) (eenvoudig)
alledaags (a) (gebeurtenis) solito (a) (gebeurtenis)
alledaags (a) (gewoon) di tutti i giorni (a) (gewoon)
alledaags (a) (eenvoudig) medio (m) (a) (eenvoudig)
alledaags (a) (banaal) comune (m) (a) (banaal)
alledaags (a) (gewoon) normale (a) (gewoon)
alledaags (a) (gebeurtenis) non eccezionale (a) (gebeurtenis)
alledaags (a) (eenvoudig) banale (a) (eenvoudig)
alledaags (a) (gewoon) solito (a) (gewoon)
alledaags (a) (eenvoudig) alla buona (a) (eenvoudig)
alledaags (a) (banaal) ordinario (m) (a) (banaal)
alledaags (a) (belangrijkheid) medio (m) (a) (belangrijkheid)
alledaags (a) (belangrijkheid) di tutti i giorni (a) (belangrijkheid)
alledaags (a) (gewoon) ordinario (m) (a) (gewoon)
alledaags (a) (banaal) banale (a) (banaal)
alledaags (a) (banaal) non eccezionale (a) (banaal)
alledaags (a) (banaal) usuale (a) (banaal)
Vertalen Alledaags in andere talen
Vertalen alledaags in Engels
Vertalen alledaags in Duits
Vertalen alledaags in Frans
Vertalen alledaags in Spaans
Vertalen alledaags in Portugees
Vertalen alledaags in Sloveens
Vertalen alledaags in Pools
Vertalen alledaags in Tsjechisch