aflopen
(v)
(tijd)
|
scadere
(v)
(tijd)
|
afgelopen
lopen af
loopt af
liepen af
liep af
|
scadendo
scadi
scadono
scadevano
scadevi
|
aflopen
(v)
(overeenkomst)
|
terminare
(v)
(overeenkomst)
|
afgelopen
lopen af
loopt af
liepen af
liep af
|
terminando
terminano
termini
terminavano
terminavi
|
aflopen
(v)
(oppervlakte)
|
declinare
(v)
(oppervlakte)
|
afgelopen
lopen af
loopt af
liepen af
liep af
|
declinando
declinano
declini
declinavano
declinavi
|
aflopen
(v)
(dak)
|
scendere
(v)
(dak)
|
afgelopen
lopen af
loopt af
liepen af
liep af
|
scendendo
scendi
scendono
scendevano
scendevi
|
aflopen
(v)
(overeenkomst)
|
girare in lungo e in largo per
(v)
(overeenkomst)
|
aflopen
(v)
(dak)
|
declinare
(v)
(dak)
|
afgelopen
lopen af
loopt af
liepen af
liep af
|
declinando
declinano
declini
declinavano
declinavi
|
aflopen
(v)
(zoeken)
|
terminare
(v)
(zoeken)
|
afgelopen
lopen af
loopt af
liepen af
liep af
|
terminando
terminano
termini
terminavano
terminavi
|
aflopen
(v)
(overeenkomst)
|
finire
(v)
(overeenkomst)
|
afgelopen
lopen af
loopt af
liepen af
liep af
|
finendo
finisci
finiscono
finivano
finivi
|
aflopen
(v)
(zoeken)
|
scadere
(v)
(zoeken)
|
afgelopen
lopen af
loopt af
liepen af
liep af
|
scadendo
scadi
scadono
scadevano
scadevi
|
aflopen
(v)
(zoeken)
|
girare in lungo e in largo per
(v)
(zoeken)
|
aflopen
(v)
(dak)
|
essere in pendenza
(v)
(dak)
|
aflopen
(v)
(tijd)
|
terminare
(v)
(tijd)
|
afgelopen
lopen af
loopt af
liepen af
liep af
|
terminando
terminano
termini
terminavano
terminavi
|
aflopen
(v)
(zoeken)
|
finire
(v)
(zoeken)
|
afgelopen
lopen af
loopt af
liepen af
liep af
|
finendo
finisci
finiscono
finivano
finivi
|
aflopen
(v)
(overeenkomst)
|
scadere
(v)
(overeenkomst)
|
afgelopen
lopen af
loopt af
liepen af
liep af
|
scadendo
scadi
scadono
scadevano
scadevi
|
aflopen
(v)
(tijd)
|
finire
(v)
(tijd)
|
afgelopen
lopen af
loopt af
liepen af
liep af
|
finendo
finisci
finiscono
finivano
finivi
|
aflopen
(v)
(dak)
|
degradare
(v)
(dak)
|
afgelopen
lopen af
loopt af
liepen af
liep af
|
degradando
degradano
degradi
degradavano
degradavi
|
aflopen
(v)
(wekker)
|
suonare
(v)
(wekker)
|
afgelopen
lopen af
loopt af
liepen af
liep af
|
suonando
suonano
suoni
suonavano
suonavi
|
aflopen
(v)
(tijd)
|
girare in lungo e in largo per
(v)
(tijd)
|