en
es
pt
nl
de
fr
it
sv
pl
cs
lang
db
Wonen
— Nederlandse Frans vertaling
4 vertalingen gevonden
wonen
(n)
(n)
(Aktie)
habitation
(f)
(n)
(Aktie)
wonen
(n)
(v)
(verblijfplaats)
demeurer
(v)
(verblijfplaats)
gewoond
wonen
woont
woonde
woonden
aient demeuré
aies demeuré
demeure
wonen
(n)
(v)
(verblijfplaats)
habiter
(v)
(verblijfplaats)
gewoond
wonen
woont
woonde
woonden
aient habité
aies habité
habite
wonen
(n)
(v)
(verblijfplaats)
résider
(v)
(verblijfplaats)
Wonen
Voorbeelden
24 voorbeelden gevonden
gaan wonen in
s'établir
gaan wonen in
occuper
gaan wonen in
prendre possession de
gaan wonen in
emménager dans
gaan wonen in
résider en
gaan wonen in
aller habiter
gaan wonen in
habiter
in een kraakpand wonen
occuper illégalement
in een kraakpand wonen
squattériser
in een kraakpand wonen
squatter
wonen bij
demeurer chez
wonen bij
loger chez
wonen bij
habiter chez
wonen in
habiter à
wonen in
résider à
wonen in
avoir sa résidence à
wonen in
occuper
wonen in
vivre à
wonen in
prendre possession de
wonen in
habiter
wonen in
résider en
wonen in
aller habiter
wonen in
emménager dans
wonen in
habiter
Vertalen
Wonen
in andere talen
—
Vertalen wonen in Engels
—
Vertalen wonen in Duits
—
Vertalen wonen in Italiaans
—
Vertalen wonen in Spaans
—
Vertalen wonen in Portugees
—
Vertalen wonen in Sloveens
—
Vertalen wonen in Pools
—
Vertalen wonen in Tsjechisch