Wonen — Nederlandse Duits vertaling4 vertalingen gevonden

wonen (n) (n) (Aktie) Bewohnen (n) (n) (Aktie)
wonen (n) (v) (verblijfplaats) wohnen (v) (verblijfplaats)
wonen (n) (v) (verblijfplaats) leben (v) (verblijfplaats)
wonen (n) (v) wohnen (v)
Wonen Voorbeelden8 voorbeelden gevonden
gaan wonen in Bewohnen
gaan wonen in einziehen
gaan wonen in seinen Wohnsitz verlegen nach
gaan wonen in sich niederlassen in
wonen in Bewohnen
wonen in seinen Wohnsitz haben in
wonen in wohnen in
wonen in wohnhaft sein in
Vertalen Wonen in andere talen
Vertalen wonen in Engels
Vertalen wonen in Frans
Vertalen wonen in Italiaans
Vertalen wonen in Spaans
Vertalen wonen in Portugees
Vertalen wonen in Sloveens
Vertalen wonen in Pools
Vertalen wonen in Tsjechisch