verslaan (v) (overwinnen) | vaincre (v) (overwinnen) |
verslaan (v) (mededinger) | déjouer (v) (mededinger) |
verslaan (v) (competitie) | éliminer (v) (competitie) |
verslaan (v) (overwinnen) | triompher de (v) (overwinnen) |
verslaan (v) (overwinnen) | battre (v) (overwinnen) |
verslaan (v) (wedstrijd) | surpasser (v) (wedstrijd) |
verslaan (v) (mededinger) | emporter en tactique (v) (mededinger) |