Snel — Nederlandse Frans vertaling61 vertaling

snel (a) (tijd) aussitôt que possible (a) (tijd)
snel (a) (Aktie) prompt (a) (Aktie)
snel (a) (tijd) expéditif (a) (tijd)
snel (a) (antwoord) rapide (m) (a) (antwoord)
snel (a) (snelheid) rapidement (a) (snelheid)
snel (a) (snelheid) vif (a) (snelheid)
snel (a) (tijd) vivement (a) (tijd)
snel (a) (antwoord) prompt (a) (antwoord)
snel (a) (tijd) vite (a) (tijd)
snel (a) (tijd) à grands pas (a) (tijd)
snel (a) (snelheid) vite (a) (snelheid)
snel (a) (tijd) prompt (a) (tijd)
snel (a) (tijd) rapide (m) (a) (tijd)
snel (a) (Aktie) rapide (m) (a) (Aktie)
snel (a) (snelheid) rapide (m) (a) (snelheid)
snel (a) (snelheid) à grands pas (a) (snelheid)
snel (a) (snelheid) prompt (a) (snelheid)
snel (a) (snelheid) aussitôt que possible (a) (snelheid)
snel (a) (snelheid) expéditif (a) (snelheid)
snel (a) (tijd) vif (a) (tijd)
snel (a) (snelheid) vivement (a) (snelheid)
snel (a) (tijd) rapidement (a) (tijd)
snel (o) (tijd) vif (o) (tijd)
snel (o) (snelheid) hâtivement (o) (snelheid)
snel (o) (snelheid) rapidement (o) (snelheid)
snel (o) (tijd) à grands pas (o) (tijd)
snel (o) (tijd) prompt (o) (tijd)
snel (o) (tijd) en toute hâte (o) (tijd)
snel (o) (snelheid) aussitôt que possible (o) (snelheid)
snel (o) (tijd) à toute vitesse (o) (tijd)
snel (o) (tijd) rapide (m) (o) (tijd)
snel (o) (snelheid) vivement (o) (snelheid)
snel (o) (snelheid) vite (o) (snelheid)
snel (o) (snelheid) expéditif (o) (snelheid)
snel (o) (haast) vif (o) (haast)
snel (o) (snelheid) précipitamment (o) (snelheid)
snel (o) (haast) rapidement (o) (haast)
snel (o) (haast) aussitôt que possible (o) (haast)
snel (o) (snelheid) à grands pas (o) (snelheid)
snel (o) (haast) à toute vitesse (o) (haast)
snel (o) (haast) en toute hâte (o) (haast)
snel (o) (tijd) hâtivement (o) (tijd)
snel (o) (snelheid) rapide (m) (o) (snelheid)
snel (o) (tijd) rapidement (o) (tijd)
snel (o) (haast) vite (o) (haast)
snel (o) (haast) expéditif (o) (haast)
snel (o) (haast) précipitamment (o) (haast)
snel (o) (haast) vivement (o) (haast)
snel (o) (haast) à grands pas (o) (haast)
snel (o) (haast) prompt (o) (haast)
snel (o) (tijd) aussitôt que possible (o) (tijd)
snel (o) (tijd) expéditif (o) (tijd)
snel (o) (haast) rapide (m) (o) (haast)
snel (o) (haast) hâtivement (o) (haast)
snel (o) (tijd) vivement (o) (tijd)
snel (o) (tijd) vite (o) (tijd)
snel (o) (snelheid) en toute hâte (o) (snelheid)
snel (o) (snelheid) à toute vitesse (o) (snelheid)
snel (o) (snelheid) prompt (o) (snelheid)
snel (o) (snelheid) vif (o) (snelheid)
snel (o) (tijd) précipitamment (o) (tijd)
Snel Voorbeelden39 voorbeelden gevonden
al roerend snel laten bakken faire sauter à feu vif en remuant
snel dalen baisser brutalement
snel dalen s'effondrer
snel doorlezen parcourir
snel doorlezen jeter un coup d' il sur
snel gepikeerd irrité
snel gepikeerd susceptible
snel gepikeerd énervé
snel gepikeerd irascible
snel gepikeerd coléreux
snel gepikeerd irritable
snel geraakt susceptible
snel geraakt irascible
snel geraakt coléreux
snel geraakt irritable
snel in aantal toenemen proliférer
snel maken presser
snel opgewonden soupe au lait
snel opgewonden irascible
snel opgewonden excitable
snel rijden rouler rapidement
snel rijden filer
snel voorbijgaand fugace
snel voorbijgaand passager
snel voorbijgaand évanescent
snel voorbijgaand éphémère
snel voorbijgaand fugitif
snel wegrijden filer à toute allure
snel wegrijden partir à toute vitesse
te snel rijden conduire trop vite
te snel rijden gronder
te snel rijden faire de l'excès de vitesse
te snel rijden aller à toute vitesse
te snel rijden vrombir
te snel rijden filer à toute allure
zeer snel ultra-rapide
zich snel omdraaien faire volte-face
zich snel omdraaien se retourner vivement
zich snel vermeerderen pulluler
Vertalen Snel in andere talen
Vertalen snel in Engels
Vertalen snel in Duits
Vertalen snel in Italiaans
Vertalen snel in Spaans
Vertalen snel in Portugees
Vertalen snel in Sloveens
Vertalen snel in Pools
Vertalen snel in Tsjechisch