Snel — Nederlandse Duits vertaling21 vertaling

snel (a) schnell (a)
snel (a) (antwoord) prompt (a) (antwoord)
snel (a) (snelheid) schnell (a) (snelheid)
snel (a) (tijd) geschwind (a) (tijd)
snel (a) (Aktie) prompt (a) (Aktie)
snel (a) (tijd) schnell (a) (tijd)
snel (a) (Aktie) unverzüglich (a) (Aktie)
snel (a) zügig (a)
snel (a) (snelheid) flink (a) (snelheid)
snel (o) (haast) schnell (o) (haast)
snel (o) (haast) in großer Eile (o) (haast)
snel (o) (snelheid) flink (o) (snelheid)
snel (o) (snelheid) schnell (o) (snelheid)
snel (o) (tijd) schnell (o) (tijd)
snel (o) (haast) eilig (o) (haast)
snel (o) (snelheid) geschwind (o) (snelheid)
snel (o) (tijd) rasch (o) (tijd)
snel (o) (tijd) baldig (o) (tijd)
snel (o) (haast) hastig (o) (haast)
snel (o) (snelheid) rasch (o) (snelheid)
snel (o) (snelheid) eilig (o) (snelheid)
Snel Voorbeelden11 voorbeelden gevonden
al roerend snel laten bakken unter Rühren schnell braten
snel in aantal toenemen sich stark vermehren
snel maken schnell machen
snel wegrijden davonbrausen
snel wegrijden schnell wegfahren
te snel rijden die Höchstgeschwindigkeit überschreiten
te snel rijden rasen
te snel rijden zu schnell fahren
zeer snel Schnell-
zich snel omdraaien sich schnell umdrehen
zich snel vermeerderen sich rasch vermehren
Vertalen Snel in andere talen
Vertalen snel in Engels
Vertalen snel in Frans
Vertalen snel in Italiaans
Vertalen snel in Spaans
Vertalen snel in Portugees
Vertalen snel in Sloveens
Vertalen snel in Pools
Vertalen snel in Tsjechisch