Praktisch — Nederlandse Frans vertaling19 vertalingen gevonden

praktisch (a) (gebruik) commode (f) (a) (gebruik)
praktisch (a) (handig) pratique (f) (a) (handig)
praktisch (a) (handig) réaliste (m) (a) (handig)
praktisch (a) (persoon) commode (f) (a) (persoon)
praktisch (a) (handig) commode (f) (a) (handig)
praktisch (a) (persoon) réaliste (m) (a) (persoon)
praktisch (a) (persoon) pratique (f) (a) (persoon)
praktisch (a) (gebruik) réaliste (m) (a) (gebruik)
praktisch (a) (gebruik) pratique (f) (a) (gebruik)
praktisch (o) (algemeen) de fait (o) (algemeen)
praktisch (o) (graad) passablement (o) (graad)
praktisch (o) (algemeen) en fait (o) (algemeen)
praktisch (o) (graad) un peu (m) (o) (graad)
praktisch (o) (graad) assez (o) (graad)
praktisch (o) (graad) pratiquement (o) (graad)
praktisch (o) (algemeen) virtuellement (o) (algemeen)
praktisch (o) (algemeen) presque (o) (algemeen)
praktisch (o) (algemeen) pratiquement (o) (algemeen)
praktisch (o) (graad) raisonnablement (o) (graad)
Praktisch Voorbeelden2 voorbeelden gevonden
praktisch gesproken en fait
praktisch gesproken dans la pratique
Vertalen Praktisch in andere talen
Vertalen praktisch in Engels
Vertalen praktisch in Duits
Vertalen praktisch in Italiaans
Vertalen praktisch in Spaans
Vertalen praktisch in Portugees
Vertalen praktisch in Sloveens
Vertalen praktisch in Pools
Vertalen praktisch in Tsjechisch