Opgeven — Nederlandse Frans vertaling47 vertalingen gevonden

opgeven (n) (n) (algemeen) abandon (m) (n) (algemeen)
opgeven (n) (v) (overeenkomst) renoncer (v) (overeenkomst)
opgeven (n) (v) (overeenkomst) céder (v) (overeenkomst)
opgeven (n) (v) (afhaken) céder (v) (afhaken)
opgeven (n) (v) (geneeskunde) expectorer (v) (geneeskunde)
opgeven (n) (v) (overeenkomst) capituler (v) (overeenkomst)
opgeven (n) (v) (overeenkomst) se rendre (v) (overeenkomst)
opgeven (n) (v) (afhaken) abandonner (v) (afhaken)
opgeven (n) (v) (afhaken) renoncer (v) (afhaken)
opgeven (n) (v) (aanspraak) renoncer à (v) (aanspraak)
opgeven (n) (v) (Idee) cesser (v) (Idee)
opgeven (n) (v) (Recht) capituler (v) (Recht)
opgeven (n) (v) (geneeskunde) vomir (v) (geneeskunde)
opgeven (n) (v) (aanspraak) renoncer (v) (aanspraak)
opgeven (n) (v) (aanspraak) abandonner (v) (aanspraak)
opgeven (n) (v) (prijs) coter (v) (prijs)
opgeven (n) (v) (Idee) céder (v) (Idee)
opgeven (n) (v) (regel) abandonner (v) (regel)
opgeven (n) (v) (overeenkomst) cesser (v) (overeenkomst)
opgeven (n) (v) (regel) cesser (v) (regel)
opgeven (n) (v) (overeenkomst) abandonner (v) (overeenkomst)
opgeven (n) (v) (Idee) abandonner (v) (Idee)
opgeven (n) (v) (afhaken) renoncer à (v) (afhaken)
opgeven (n) (v) (Idee) capituler (v) (Idee)
opgeven (n) (v) (scholen - universiteiten) abandonner ses études (v) (scholen - universiteiten)
opgeven (n) (v) (aanspraak) cesser (v) (aanspraak)
opgeven (n) (v) (afhaken) se rendre (v) (afhaken)
opgeven (n) (v) (Recht) abandonner (v) (Recht)
opgeven (n) (v) (Recht) céder (v) (Recht)
opgeven (n) (v) (aanspraak) se rendre (v) (aanspraak)
opgeven (n) (v) (overeenkomst) renoncer à (v) (overeenkomst)
opgeven (n) (v) (afhaken) cesser (v) (afhaken)
opgeven (n) (v) (beroep) résigner (v) (beroep)
opgeven (n) (v) (regel) renoncer (v) (regel)
opgeven (n) (v) (Idee) renoncer (v) (Idee)
opgeven (n) (v) (regel) renoncer à (v) (regel)
opgeven (n) (v) (geneeskunde) rendre (v) (geneeskunde)
opgeven (n) (v) (aanspraak) capituler (v) (aanspraak)
opgeven (n) (v) (Idee) se rendre (v) (Idee)
opgeven (n) (v) (Idee) renoncer à (v) (Idee)
opgeven (n) (v) (aanspraak) céder (v) (aanspraak)
opgeven (n) (v) (Recht) se rendre (v) (Recht)
opgeven (n) (v) (Recht) renoncer à (v) (Recht)
opgeven (n) (v) (afhaken) capituler (v) (afhaken)
opgeven (n) (v) (Recht) cesser (v) (Recht)
opgeven (n) (v) (geneeskunde) cracher (v) (geneeskunde)
opgeven (n) (v) (Recht) renoncer (v) (Recht)
Opgeven Voorbeelden10 voorbeelden gevonden
de hoop opgeven perdre espoir
de hoop opgeven désespérer
het niet opgeven tenir bon
het niet opgeven persévérer
niet opgeven résister
niet opgeven tenir ferme
niet opgeven tenir bon
zijn overtuiging opgeven répudier
zijn overtuiging opgeven renier
zijn overtuiging opgeven désavouer
Vertalen Opgeven in andere talen
Vertalen opgeven in Engels
Vertalen opgeven in Duits
Vertalen opgeven in Italiaans
Vertalen opgeven in Spaans
Vertalen opgeven in Portugees
Vertalen opgeven in Sloveens
Vertalen opgeven in Pools
Vertalen opgeven in Tsjechisch