Nut — Nederlandse Frans vertaling25 vertalingen gevonden

nut (n) (n) (belangrijkheid) avantage (m) (n) (belangrijkheid)
nut (n) (n) (logica) gain (m) (n) (logica)
nut (n) (n) (logica) bien-fondé (m) (n) (logica)
nut (n) (n) (voordeel) bénéfice (m) (n) (voordeel)
nut (n) (n) (voordeel) utilité (f) (n) (voordeel)
nut (n) (n) (logica) profit (m) (n) (logica)
nut (n) (n) (belangrijkheid) valeur (n) (belangrijkheid)
nut (n) (n) (logica) utilité (f) (n) (logica)
nut (n) (n) (belangrijkheid) gain (m) (n) (belangrijkheid)
nut (n) (n) (voordeel) bien-fondé (m) (n) (voordeel)
nut (n) (n) (logica) bénéfice (m) (n) (logica)
nut (n) (n) (voordeel) avantage (m) (n) (voordeel)
nut (n) (n) (belangrijkheid) profit (m) (n) (belangrijkheid)
nut (n) (n) (voordeel) valeur (n) (voordeel)
nut (n) (n) (bruikbaarheid) utilité (f) (n) (bruikbaarheid)
nut (n) (n) (bruikbaarheid) aspect pratique (m) (n) (bruikbaarheid)
nut (n) (n) (logica) valeur (n) (logica)
nut (n) (n) (belangrijkheid) bénéfice (m) (n) (belangrijkheid)
nut (n) (n) (logica) avantage (m) (n) (logica)
nut (n) (n) (voordeel) gain (m) (n) (voordeel)
nut (n) (n) (voordeel) bien (m) (n) (voordeel)
nut (n) (n) (bruikbaarheid) usage (m) (n) (bruikbaarheid)
nut (n) (n) (belangrijkheid) utilité (f) (n) (belangrijkheid)
nut (n) (n) (belangrijkheid) bien-fondé (m) (n) (belangrijkheid)
nut (n) (n) (voordeel) profit (m) (n) (voordeel)
Nut Voorbeelden3 voorbeelden gevonden
van nut zijn être utile à
van nut zijn servir à
van nut zijn profiter à
Vertalen Nut in andere talen
Vertalen nut in Engels
Vertalen nut in Duits
Vertalen nut in Italiaans
Vertalen nut in Spaans
Vertalen nut in Portugees
Vertalen nut in Sloveens
Vertalen nut in Pools
Vertalen nut in Tsjechisch