inhouden
(v)
(omvatten)
|
impliquer
(v)
(omvatten)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient impliqué
aies impliqué
implique
|
inhouden
(v)
(omvatten)
|
englober
(v)
(omvatten)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient englobé
aies englobé
englobe
|
inhouden
(v)
(met zich meebrengen)
|
comprendre
(v)
(met zich meebrengen)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient compris
aies compris
comprends
|
inhouden
(v)
(omvatten)
|
inclure
(v)
(omvatten)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient inclus
aies inclus
inclus
|
inhouden
(v)
(met zich meebrengen)
|
impliquer
(v)
(met zich meebrengen)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient impliqué
aies impliqué
implique
|
inhouden
(v)
(gevoelens)
|
retenir
(v)
(gevoelens)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient retenu
aies retenu
retiens
|
inhouden
(v)
(volume)
|
inclure
(v)
(volume)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient inclus
aies inclus
inclus
|
inhouden
(v)
(omvatten)
|
laisser entendre
(v)
(omvatten)
|
inhouden
(v)
(Geld)
|
retenir
(v)
(Geld)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient retenu
aies retenu
retiens
|
inhouden
(v)
(omvatten)
|
comprendre
(v)
(omvatten)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient compris
aies compris
comprends
|
inhouden
(v)
(met zich meebrengen)
|
inclure
(v)
(met zich meebrengen)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient inclus
aies inclus
inclus
|
inhouden
(v)
(met zich meebrengen)
|
laisser entendre
(v)
(met zich meebrengen)
|
inhouden
(v)
(algemeen)
|
suggérer
(v)
(algemeen)
|
inhouden
(v)
(volume)
|
contenir
(v)
(volume)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient contenu
aies contenu
contiens
|
inhouden
(v)
(met zich meebrengen)
|
sous-entendre
(v)
(met zich meebrengen)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient sous-entendu
aies sous-entendu
sous-entends
|
inhouden
(v)
(omvatten)
|
embrasser
(v)
(omvatten)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient embrassé
aies embrassé
embrasse
|
inhouden
(v)
(Geld)
|
déduire
(v)
(Geld)
|
inhouden
(v)
(omvatten)
|
sous-entendre
(v)
(omvatten)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient sous-entendu
aies sous-entendu
sous-entends
|
inhouden
(v)
(algemeen)
|
impliquer
(v)
(algemeen)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient impliqué
aies impliqué
implique
|
inhouden
(v)
(gevoelens)
|
contenir
(v)
(gevoelens)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient contenu
aies contenu
contiens
|
inhouden
(v)
(volume)
|
englober
(v)
(volume)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient englobé
aies englobé
englobe
|
inhouden
(v)
(met zich meebrengen)
|
contenir
(v)
(met zich meebrengen)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient contenu
aies contenu
contiens
|
inhouden
(v)
(met zich meebrengen)
|
embrasser
(v)
(met zich meebrengen)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient embrassé
aies embrassé
embrasse
|
inhouden
(v)
(volume)
|
comprendre
(v)
(volume)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient compris
aies compris
comprends
|
inhouden
(v)
(omvatten)
|
contenir
(v)
(omvatten)
|
ingehouden
houdt in
houden in
hield in
hielden in
|
aient contenu
aies contenu
contiens
|