Geven — Nederlandse Frans vertaling52 vertalingen gevonden

geven (v) (spelen - kaarten) attraper (v) (spelen - kaarten)
geven (v) (Geschenk) faire la donne (v) (Geschenk)
geven (v) (overhandigen) passer (v) (overhandigen)
geven (v) (landbouw) porter (v) (landbouw)
geven (v) (spelen - kaarten) rendre (v) (spelen - kaarten)
geven (v) (overhandigen) présenter (v) (overhandigen)
geven (v) (voorwerp) présenter (v) (voorwerp)
geven (v) (voorwerpen) attraper (v) (voorwerpen)
geven (v) (spelen - kaarten) distribuer (v) (spelen - kaarten)
geven (v) (algemeen) attraper (v) (algemeen)
geven (v) (algemeen) passer (v) (algemeen)
geven (v) (voorwerp) remettre (v) (voorwerp)
geven (v) (voorwerpen) donner (v) (voorwerpen)
geven (v) (Geschenk) offrir (v) (Geschenk)
geven (v) (overhandigen) faire la donne (v) (overhandigen)
geven (v) (overhandigen) attraper (v) (overhandigen)
geven (v) (voorwerp) passer (v) (voorwerp)
geven (v) (voorwerpen) passer (v) (voorwerpen)
geven (v) (Geschenk) rendre (v) (Geschenk)
geven (v) (algemeen) donner (v) (algemeen)
geven (v) (spelen - kaarten) donner (v) (spelen - kaarten)
geven (v) (algemeen) remettre (v) (algemeen)
geven (v) (voorwerp) attraper (v) (voorwerp)
geven (v) (Geschenk) distribuer (v) (Geschenk)
geven (v) (voorwerp) faire la donne (v) (voorwerp)
geven (v) (spelen - kaarten) passer (v) (spelen - kaarten)
geven (v) (overhandigen) offrir (v) (overhandigen)
geven (v) (landbouw) donner (v) (landbouw)
geven (v) (overhandigen) remettre (v) (overhandigen)
geven (v) (algemeen) faire la donne (v) (algemeen)
geven (v) (wiskunde) supposer (v) (wiskunde)
geven (v) (algemeen) distribuer (v) (algemeen)
geven (v) (overhandigen) donner (v) (overhandigen)
geven (v) (algemeen) rendre (v) (algemeen)
geven (v) (algemeen) présenter (v) (algemeen)
geven (v) (Geschenk) donner (v) (Geschenk)
geven (v) (voorwerp) offrir (v) (voorwerp)
geven (v) (Geschenk) attraper (v) (Geschenk)
geven (v) (overhandigen) distribuer (v) (overhandigen)
geven (v) (spelen - kaarten) faire la donne (v) (spelen - kaarten)
geven (v) (Geschenk) passer (v) (Geschenk)
geven (v) (algemeen) offrir (v) (algemeen)
geven (v) (voorwerp) rendre (v) (voorwerp)
geven (v) (Geschenk) remettre (v) (Geschenk)
geven (v) (voorwerp) donner (v) (voorwerp)
geven (v) (voldoening) apporter (v) (voldoening)
geven (v) (voorwerp) distribuer (v) (voorwerp)
geven (v) (Geschenk) présenter (v) (Geschenk)
geven (v) (overhandigen) rendre (v) (overhandigen)
geven (v) (spelen - kaarten) remettre (v) (spelen - kaarten)
geven (v) (spelen - kaarten) présenter (v) (spelen - kaarten)
geven (v) (spelen - kaarten) offrir (v) (spelen - kaarten)
Geven Voorbeelden96 voorbeelden gevonden
advies geven conseiller
de bons geven rompre avec
de bons geven laisser tomber
dekking geven protéger
dekking geven couvrir
een bon geven donner un procès-verbal à
korting geven rabattre
korting geven déduire
kracht geven tonifier
kracht geven fortifier
kracht geven rallier
kracht geven regrouper
leven geven vivifier
leven geven animer
moed geven encourager
moed geven encourager
moed geven réconforter
moed geven encourager
moed geven stimuler
moed geven donner du courage
moed geven enhardir
moed geven enhardir
moed geven donner du courage
raad geven conseiller
recht geven accréditer
recht geven autoriser
recht geven habiliter
recht geven donner pouvoir à
recht geven donner droit à
recht geven intituler
recht geven op donner droit à
recht geven op intituler
smaak geven aan relever
smaak geven aan ajouter des condiments à
smaak geven aan épicer
smaak geven aan apprêter
smaak geven aan assaisonner
te eten geven nourrir
verder geven faire passer
verder geven passer
verder geven transmettre
voer geven donner la pâture à
voer geven donner à manger à
voer geven nourrir
vorm geven modeler
vorm geven concrétiser
vorm geven aan former
vorm geven aan façonner
water geven abreuver
water geven faire boire
water geven donner à boire
water geven arroser
blijk geven van faire preuve de
blijk geven van témoigner
blijk geven van manifester
een mep geven donner une tape
een mep geven donner une claque
voedsel geven donner la pâture à
voedsel geven donner à manger à
voedsel geven nourrir
korting geven op escompter
levengevend inspirant
levengevend vivifiant
aanstootgevend satanique
aanstootgevend malveillant
aanstootgevend désobligeant
aanstootgevend infernal
aanstootgevend malicieux
aanstootgevend diabolique
aanstootgevend vindicatif
aanstootgevend blessant
aanstootgevend vicieux
aanstootgevend démoniaque
aanstootgevend méchant
een voorstelling geven van monter
een voorstelling geven van représenter
een voorstelling geven van jouer
een voorstelling geven van mettre en scène
onderdak geven aan loger
onderdak geven aan héberger
onderdak geven aan donner asile à
raadgevend consultatif
recht gevend donnant le droit
recht gevend autorisant
recht gevend approbatif
recht gevend approbateur
rekenschap geven voor répondre de
rekenschap geven voor se justifier pour
zich rekenschap geven van se rendre compte de
in bruikleen geven aan prêter
in bruikleen geven aan permettre l'utilisation de
in bruikleen geven aan prêter à
verdergeven faire passer
verdergeven passer
verdergeven transmettre
verslag geven commenter
Vertalen Geven in andere talen
Vertalen geven in Engels
Vertalen geven in Duits
Vertalen geven in Italiaans
Vertalen geven in Spaans
Vertalen geven in Portugees
Vertalen geven in Sloveens
Vertalen geven in Pools
Vertalen geven in Tsjechisch