brengen
(v)
(persoon)
|
emmener
(v)
(persoon)
|
gebracht
brengt
brengen
brachten
bracht
|
aient emmené
aies emmené
emmène
|
brengen
(v)
(voorwerpen)
|
amener
(v)
(voorwerpen)
|
gebracht
brengt
brengen
brachten
bracht
|
aient amené
aies amené
amène
|
brengen
(v)
(voldoening)
|
apporter
(v)
(voldoening)
|
gebracht
brengt
brengen
brachten
bracht
|
aient apporté
aies apporté
apporte
|
brengen
(v)
(persoon)
|
apporter
(v)
(persoon)
|
gebracht
brengt
brengen
brachten
bracht
|
aient apporté
aies apporté
apporte
|
brengen
(v)
(halen)
|
apporter
(v)
(halen)
|
gebracht
brengt
brengen
brachten
bracht
|
aient apporté
aies apporté
apporte
|
brengen
(v)
(voorwerpen)
|
apporter
(v)
(voorwerpen)
|
gebracht
brengt
brengen
brachten
bracht
|
aient apporté
aies apporté
apporte
|
brengen
(v)
(voorwerpen)
|
emmener
(v)
(voorwerpen)
|
gebracht
brengt
brengen
brachten
bracht
|
aient emmené
aies emmené
emmène
|
brengen
(v)
(halen)
|
aller chercher
(v)
(halen)
|
brengen
(v)
(persoon)
|
amener
(v)
(persoon)
|
gebracht
brengt
brengen
brachten
bracht
|
aient amené
aies amené
amène
|