afnemen
(a)
(wiskunde)
|
rabattre
(a)
(wiskunde)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient rabattu
aies rabattu
rabats
|
afnemen
(a)
(wiskunde)
|
déduire
(a)
(wiskunde)
|
afnemen
(a)
(wiskunde)
|
soustraire
(a)
(wiskunde)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient soustrait
aies soustrait
soustrais
|
afnemen
(v)
(teruglopen)
|
s'estomper
(v)
(teruglopen)
|
afnemen
(v)
(hoed)
|
décroître
(v)
(hoed)
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
déposséder de
(v)
(verminderen)
|
afnemen
(v)
(interesseren)
|
retirer
(v)
(interesseren)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient retiré
aies retiré
retire
|
afnemen
(v)
(hoed)
|
descendre
(v)
(hoed)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient descendu
aies descendu
descends
|
afnemen
(v)
(interesseren)
|
ralentir
(v)
(interesseren)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient ralenti
aies ralenti
ralentis
|
afnemen
(v)
(teruglopen)
|
retirer
(v)
(teruglopen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient retiré
aies retiré
retire
|
afnemen
(v)
(voorwerpen)
|
faiblir
(v)
(voorwerpen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient faibli
aies faibli
faiblis
|
afnemen
(v)
(grootte)
|
diminuer
(v)
(grootte)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient diminué
aies diminué
diminue
|
afnemen
(v)
(voorwerpen)
|
diminuer
(v)
(voorwerpen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient diminué
aies diminué
diminue
|
afnemen
(v)
(interesseren)
|
couper
(v)
(interesseren)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient coupé
aies coupé
coupe
|
afnemen
(v)
(spelen - kaarten)
|
déposséder de
(v)
(spelen - kaarten)
|
afnemen
(v)
(kleding)
|
réduire
(v)
(kleding)
|
afnemen
(v)
(geluid)
|
dépendre
(v)
(geluid)
|
afnemen
(v)
(hoop)
|
s'évanouir
(v)
(hoop)
|
afnemen
(v)
(hoeveelheid)
|
s'amoindrir
(v)
(hoeveelheid)
|
afnemen
(v)
(slinken)
|
dépendre
(v)
(slinken)
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
prendre
(v)
(verminderen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient pris
aies pris
prends
|
afnemen
(v)
(spelen - kaarten)
|
aller en diminuant
(v)
(spelen - kaarten)
|
afnemen
(v)
(spelen - kaarten)
|
s'estomper
(v)
(spelen - kaarten)
|
afnemen
(v)
(geluid)
|
ôter
(v)
(geluid)
|
afnemen
(v)
(wind)
|
décroître
(v)
(wind)
|
afnemen
(v)
(voorwerpen)
|
s'apaiser
(v)
(voorwerpen)
|
afnemen
(v)
(minder intens worden)
|
diminuer la pression
(v)
(minder intens worden)
|
afnemen
(v)
(voorwerpen)
|
aller en diminuant
(v)
(voorwerpen)
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
s'estomper
(v)
(verminderen)
|
afnemen
(v)
(spelen - kaarten)
|
réduire
(v)
(spelen - kaarten)
|
afnemen
(v)
(interesseren)
|
faiblir
(v)
(interesseren)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient faibli
aies faibli
faiblis
|
afnemen
(v)
(spelen - kaarten)
|
prendre
(v)
(spelen - kaarten)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient pris
aies pris
prends
|
afnemen
(v)
(slinken)
|
s'amoindrir
(v)
(slinken)
|
afnemen
(v)
(spelen - kaarten)
|
descendre
(v)
(spelen - kaarten)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient descendu
aies descendu
descends
|
afnemen
(v)
(spelen - kaarten)
|
enlever
(v)
(spelen - kaarten)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient enlevé
aies enlevé
enlève
|
afnemen
(v)
(spelen - kaarten)
|
retirer
(v)
(spelen - kaarten)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient retiré
aies retiré
retire
|
afnemen
(v)
(kleding)
|
faiblir
(v)
(kleding)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient faibli
aies faibli
faiblis
|
afnemen
(v)
(wind)
|
diminuer
(v)
(wind)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient diminué
aies diminué
diminue
|
afnemen
(v)
(teruglopen)
|
décrocher
(v)
(teruglopen)
|
afnemen
(v)
(slinken)
|
amoindrir
(v)
(slinken)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient amoindri
aies amoindri
amoindris
|
afnemen
(v)
(hoop)
|
s'affaiblir
(v)
(hoop)
|
afnemen
(v)
(kleding)
|
ralentir
(v)
(kleding)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient ralenti
aies ralenti
ralentis
|
afnemen
(v)
(spelen - kaarten)
|
décrocher
(v)
(spelen - kaarten)
|
afnemen
(v)
(geluid)
|
s'apaiser
(v)
(geluid)
|
afnemen
(v)
(teruglopen)
|
prendre
(v)
(teruglopen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient pris
aies pris
prends
|
afnemen
(v)
(geluid)
|
diminuer
(v)
(geluid)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient diminué
aies diminué
diminue
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
réduire
(v)
(verminderen)
|
afnemen
(v)
(hoed)
|
s'estomper
(v)
(hoed)
|
afnemen
(v)
(hoeveelheid)
|
ôter
(v)
(hoeveelheid)
|
afnemen
(v)
(slinken)
|
retirer
(v)
(slinken)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient retiré
aies retiré
retire
|
afnemen
(v)
(spelen - kaarten)
|
s'amoindrir
(v)
(spelen - kaarten)
|
afnemen
(v)
(voorwerpen)
|
prendre
(v)
(voorwerpen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient pris
aies pris
prends
|
afnemen
(v)
(grootte)
|
amoindrir
(v)
(grootte)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient amoindri
aies amoindri
amoindris
|
afnemen
(v)
(voorwerpen)
|
couper
(v)
(voorwerpen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient coupé
aies coupé
coupe
|
afnemen
(v)
(hoed)
|
ôter
(v)
(hoed)
|
afnemen
(v)
(grootte)
|
s'amoindrir
(v)
(grootte)
|
afnemen
(v)
(geluid)
|
descendre
(v)
(geluid)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient descendu
aies descendu
descends
|
afnemen
(v)
(hoeveelheid)
|
enlever
(v)
(hoeveelheid)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient enlevé
aies enlevé
enlève
|
afnemen
(v)
(geluid)
|
aller en diminuant
(v)
(geluid)
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
retirer
(v)
(verminderen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient retiré
aies retiré
retire
|
afnemen
(v)
(voorwerpen)
|
s'amoindrir
(v)
(voorwerpen)
|
afnemen
(v)
(geluid)
|
prendre
(v)
(geluid)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient pris
aies pris
prends
|
afnemen
(v)
(voorwerpen)
|
décroître
(v)
(voorwerpen)
|
afnemen
(v)
(teruglopen)
|
s'apaiser
(v)
(teruglopen)
|
afnemen
(v)
(interesseren)
|
enlever
(v)
(interesseren)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient enlevé
aies enlevé
enlève
|
afnemen
(v)
(voorwerpen)
|
s'estomper
(v)
(voorwerpen)
|
afnemen
(v)
(hoeveelheid)
|
faiblir
(v)
(hoeveelheid)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient faibli
aies faibli
faiblis
|
afnemen
(v)
(hoeveelheid)
|
déposséder de
(v)
(hoeveelheid)
|
afnemen
(v)
(interesseren)
|
aller en diminuant
(v)
(interesseren)
|
afnemen
(v)
(hoed)
|
couper
(v)
(hoed)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient coupé
aies coupé
coupe
|
afnemen
(v)
(interesseren)
|
déposséder de
(v)
(interesseren)
|
afnemen
(v)
(hoop)
|
disparaître graduellement
(v)
(hoop)
|
afnemen
(v)
(hoeveelheid)
|
décrocher
(v)
(hoeveelheid)
|
afnemen
(v)
(teruglopen)
|
décroître
(v)
(teruglopen)
|
afnemen
(v)
(hoeveelheid)
|
s'apaiser
(v)
(hoeveelheid)
|
afnemen
(v)
(spelen - kaarten)
|
dépendre
(v)
(spelen - kaarten)
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
diminuer
(v)
(verminderen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient diminué
aies diminué
diminue
|
afnemen
(v)
(voorwerpen)
|
réduire
(v)
(voorwerpen)
|
afnemen
(v)
(interesseren)
|
s'estomper
(v)
(interesseren)
|
afnemen
(v)
(slinken)
|
ôter
(v)
(slinken)
|
afnemen
(v)
(grootte)
|
faiblir
(v)
(grootte)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient faibli
aies faibli
faiblis
|
afnemen
(v)
(spelen - kaarten)
|
décroître
(v)
(spelen - kaarten)
|
afnemen
(v)
(interesseren)
|
s'apaiser
(v)
(interesseren)
|
afnemen
(v)
(geluid)
|
déposséder de
(v)
(geluid)
|
afnemen
(v)
(kleding)
|
aller en diminuant
(v)
(kleding)
|
afnemen
(v)
(teruglopen)
|
tomber
(v)
(teruglopen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
soient tombés
sois tombé
tombe
|
afnemen
(v)
(wind)
|
tomber
(v)
(wind)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
soient tombés
sois tombé
tombe
|
afnemen
(v)
(hoed)
|
faiblir
(v)
(hoed)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient faibli
aies faibli
faiblis
|
afnemen
(v)
(kleding)
|
décroître
(v)
(kleding)
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
descendre
(v)
(verminderen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient descendu
aies descendu
descends
|
afnemen
(v)
(spelen - kaarten)
|
ralentir
(v)
(spelen - kaarten)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient ralenti
aies ralenti
ralentis
|
afnemen
(v)
(hoeveelheid)
|
retirer
(v)
(hoeveelheid)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient retiré
aies retiré
retire
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
faiblir
(v)
(verminderen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient faibli
aies faibli
faiblis
|
afnemen
(v)
(minder intens worden)
|
diminuer la tension
(v)
(minder intens worden)
|
afnemen
(v)
(hoed)
|
aller en diminuant
(v)
(hoed)
|
afnemen
(v)
(hoed)
|
enlever
(v)
(hoed)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient enlevé
aies enlevé
enlève
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
enlever
(v)
(verminderen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient enlevé
aies enlevé
enlève
|
afnemen
(v)
(slinken)
|
enlever
(v)
(slinken)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient enlevé
aies enlevé
enlève
|
afnemen
(v)
(hoed)
|
diminuer
(v)
(hoed)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient diminué
aies diminué
diminue
|
afnemen
(v)
(teruglopen)
|
descendre
(v)
(teruglopen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient descendu
aies descendu
descends
|
afnemen
(v)
(slinken)
|
prendre
(v)
(slinken)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient pris
aies pris
prends
|
afnemen
(v)
(voorwerpen)
|
décrocher
(v)
(voorwerpen)
|
afnemen
(v)
(teruglopen)
|
réduire
(v)
(teruglopen)
|
afnemen
(v)
(hoeveelheid)
|
couper
(v)
(hoeveelheid)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient coupé
aies coupé
coupe
|
afnemen
(v)
(voorwerpen)
|
ôter
(v)
(voorwerpen)
|
afnemen
(v)
(aantal)
|
tomber
(v)
(aantal)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
soient tombés
sois tombé
tombe
|
afnemen
(v)
(interesseren)
|
s'amoindrir
(v)
(interesseren)
|
afnemen
(v)
(kleding)
|
dépendre
(v)
(kleding)
|
afnemen
(v)
(teruglopen)
|
déposséder de
(v)
(teruglopen)
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
aller en diminuant
(v)
(verminderen)
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
couper
(v)
(verminderen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient coupé
aies coupé
coupe
|
afnemen
(v)
(grootte)
|
s'apaiser
(v)
(grootte)
|
afnemen
(v)
(hoop)
|
décroître
(v)
(hoop)
|
afnemen
(v)
(hoeveelheid)
|
descendre
(v)
(hoeveelheid)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient descendu
aies descendu
descends
|
afnemen
(v)
(geluid)
|
enlever
(v)
(geluid)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient enlevé
aies enlevé
enlève
|
afnemen
(v)
(slinken)
|
diminuer
(v)
(slinken)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient diminué
aies diminué
diminue
|
afnemen
(v)
(grootte)
|
réduire
(v)
(grootte)
|
afnemen
(v)
(kleding)
|
s'amoindrir
(v)
(kleding)
|
afnemen
(v)
(teruglopen)
|
faiblir
(v)
(teruglopen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient faibli
aies faibli
faiblis
|
afnemen
(v)
(kleding)
|
déposséder de
(v)
(kleding)
|
afnemen
(v)
(hoeveelheid)
|
décroître
(v)
(hoeveelheid)
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
s'apaiser
(v)
(verminderen)
|
afnemen
(v)
(hoed)
|
ralentir
(v)
(hoed)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient ralenti
aies ralenti
ralentis
|
afnemen
(v)
(geluid)
|
retirer
(v)
(geluid)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient retiré
aies retiré
retire
|
afnemen
(v)
(geluid)
|
faiblir
(v)
(geluid)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient faibli
aies faibli
faiblis
|
afnemen
(v)
(wind)
|
se calmer
(v)
(wind)
|
afnemen
(v)
(slinken)
|
décrocher
(v)
(slinken)
|
afnemen
(v)
(slinken)
|
réduire
(v)
(slinken)
|
afnemen
(v)
(hoed)
|
déposséder de
(v)
(hoed)
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
ralentir
(v)
(verminderen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient ralenti
aies ralenti
ralentis
|
afnemen
(v)
(interesseren)
|
diminuer
(v)
(interesseren)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient diminué
aies diminué
diminue
|
afnemen
(v)
(interesseren)
|
décroître
(v)
(interesseren)
|
afnemen
(v)
(teruglopen)
|
dépendre
(v)
(teruglopen)
|
afnemen
(v)
(interesseren)
|
dépendre
(v)
(interesseren)
|
afnemen
(v)
(hoeveelheid)
|
diminuer
(v)
(hoeveelheid)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient diminué
aies diminué
diminue
|
afnemen
(v)
(hoeveelheid)
|
réduire
(v)
(hoeveelheid)
|
afnemen
(v)
(slinken)
|
couper
(v)
(slinken)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient coupé
aies coupé
coupe
|
afnemen
(v)
(teruglopen)
|
ôter
(v)
(teruglopen)
|
afnemen
(v)
(teruglopen)
|
diminuer
(v)
(teruglopen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient diminué
aies diminué
diminue
|
afnemen
(v)
(teruglopen)
|
s'amoindrir
(v)
(teruglopen)
|
afnemen
(v)
(voorwerpen)
|
dépendre
(v)
(voorwerpen)
|
afnemen
(v)
(slinken)
|
déposséder de
(v)
(slinken)
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
amoindrir
(v)
(verminderen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient amoindri
aies amoindri
amoindris
|
afnemen
(v)
(hoed)
|
retirer
(v)
(hoed)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient retiré
aies retiré
retire
|
afnemen
(v)
(interesseren)
|
ôter
(v)
(interesseren)
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
décroître
(v)
(verminderen)
|
afnemen
(v)
(kleding)
|
descendre
(v)
(kleding)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient descendu
aies descendu
descends
|
afnemen
(v)
(voorwerpen)
|
enlever
(v)
(voorwerpen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient enlevé
aies enlevé
enlève
|
afnemen
(v)
(spelen - kaarten)
|
diminuer
(v)
(spelen - kaarten)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient diminué
aies diminué
diminue
|
afnemen
(v)
(kleding)
|
s'estomper
(v)
(kleding)
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
s'amoindrir
(v)
(verminderen)
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
restreindre
(v)
(verminderen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient restreint
aies restreint
restreins
|
afnemen
(v)
(interesseren)
|
prendre
(v)
(interesseren)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient pris
aies pris
prends
|
afnemen
(v)
(geluid)
|
s'estomper
(v)
(geluid)
|
afnemen
(v)
(slinken)
|
s'apaiser
(v)
(slinken)
|
afnemen
(v)
(voorwerpen)
|
ralentir
(v)
(voorwerpen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient ralenti
aies ralenti
ralentis
|
afnemen
(v)
(slinken)
|
s'estomper
(v)
(slinken)
|
afnemen
(v)
(slinken)
|
descendre
(v)
(slinken)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient descendu
aies descendu
descends
|
afnemen
(v)
(hoeveelheid)
|
prendre
(v)
(hoeveelheid)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient pris
aies pris
prends
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
décrocher
(v)
(verminderen)
|
afnemen
(v)
(spelen - kaarten)
|
couper
(v)
(spelen - kaarten)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient coupé
aies coupé
coupe
|
afnemen
(v)
(teruglopen)
|
ralentir
(v)
(teruglopen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient ralenti
aies ralenti
ralentis
|
afnemen
(v)
(geluid)
|
couper
(v)
(geluid)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient coupé
aies coupé
coupe
|
afnemen
(v)
(hoeveelheid)
|
dépendre
(v)
(hoeveelheid)
|
afnemen
(v)
(interesseren)
|
décrocher
(v)
(interesseren)
|
afnemen
(v)
(hoed)
|
s'amoindrir
(v)
(hoed)
|
afnemen
(v)
(spelen - kaarten)
|
s'apaiser
(v)
(spelen - kaarten)
|
afnemen
(v)
(kleding)
|
prendre
(v)
(kleding)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient pris
aies pris
prends
|
afnemen
(v)
(teruglopen)
|
aller en diminuant
(v)
(teruglopen)
|
afnemen
(v)
(kleding)
|
retirer
(v)
(kleding)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient retiré
aies retiré
retire
|
afnemen
(v)
(spelen - kaarten)
|
ôter
(v)
(spelen - kaarten)
|
afnemen
(v)
(slinken)
|
décroître
(v)
(slinken)
|
afnemen
(v)
(kleding)
|
s'apaiser
(v)
(kleding)
|
afnemen
(v)
(geluid)
|
ralentir
(v)
(geluid)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient ralenti
aies ralenti
ralentis
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
baisser
(v)
(verminderen)
|
afnemen
(v)
(voorwerpen)
|
retirer
(v)
(voorwerpen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient retiré
aies retiré
retire
|
afnemen
(v)
(interesseren)
|
réduire
(v)
(interesseren)
|
afnemen
(v)
(slinken)
|
faiblir
(v)
(slinken)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient faibli
aies faibli
faiblis
|
afnemen
(v)
(voorwerpen)
|
déposséder de
(v)
(voorwerpen)
|
afnemen
(v)
(geluid)
|
décroître
(v)
(geluid)
|
afnemen
(v)
(interesseren)
|
descendre
(v)
(interesseren)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient descendu
aies descendu
descends
|
afnemen
(v)
(kleding)
|
enlever
(v)
(kleding)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient enlevé
aies enlevé
enlève
|
afnemen
(v)
(hoeveelheid)
|
s'estomper
(v)
(hoeveelheid)
|
afnemen
(v)
(spelen - kaarten)
|
faiblir
(v)
(spelen - kaarten)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient faibli
aies faibli
faiblis
|
afnemen
(v)
(hoed)
|
prendre
(v)
(hoed)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient pris
aies pris
prends
|
afnemen
(v)
(kleding)
|
diminuer
(v)
(kleding)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient diminué
aies diminué
diminue
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
tomber
(v)
(verminderen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
soient tombés
sois tombé
tombe
|
afnemen
(v)
(slinken)
|
ralentir
(v)
(slinken)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient ralenti
aies ralenti
ralentis
|
afnemen
(v)
(teruglopen)
|
enlever
(v)
(teruglopen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient enlevé
aies enlevé
enlève
|
afnemen
(v)
(geluid)
|
décrocher
(v)
(geluid)
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
dépendre
(v)
(verminderen)
|
afnemen
(v)
(hoed)
|
dépendre
(v)
(hoed)
|
afnemen
(v)
(kleding)
|
décrocher
(v)
(kleding)
|
afnemen
(v)
(geluid)
|
réduire
(v)
(geluid)
|
afnemen
(v)
(teruglopen)
|
couper
(v)
(teruglopen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient coupé
aies coupé
coupe
|
afnemen
(v)
(verminderen)
|
ôter
(v)
(verminderen)
|
afnemen
(v)
(hoed)
|
décrocher
(v)
(hoed)
|
afnemen
(v)
(geluid)
|
s'amoindrir
(v)
(geluid)
|
afnemen
(v)
(hoed)
|
s'apaiser
(v)
(hoed)
|
afnemen
(v)
(teruglopen)
|
se calmer
(v)
(teruglopen)
|
afnemen
(v)
(slinken)
|
aller en diminuant
(v)
(slinken)
|
afnemen
(v)
(kleding)
|
couper
(v)
(kleding)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient coupé
aies coupé
coupe
|
afnemen
(v)
(kleding)
|
ôter
(v)
(kleding)
|
afnemen
(v)
(hoed)
|
réduire
(v)
(hoed)
|
afnemen
(v)
(voorwerpen)
|
descendre
(v)
(voorwerpen)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient descendu
aies descendu
descends
|
afnemen
(v)
(hoeveelheid)
|
ralentir
(v)
(hoeveelheid)
|
afgenomen
neemt af
nemen af
namen af
nam af
|
aient ralenti
aies ralenti
ralentis
|
afnemen
(v)
(hoeveelheid)
|
aller en diminuant
(v)
(hoeveelheid)
|